Paardenhouderijen

6.1.1

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. instandhouding, herstel en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden;
• b. bestrijding en voorkoming van bodemerosie en wateroverlast;
• c. bestaand agrarisch gebruik;
• d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
• e. bestaande verkeersvoorzieningen;
• f. recreatief medegebruik;
• g. landschappelijke inpassing en instandhouding overeenkomstig:
  • 1. het landschapsplan van Milieucoörperatie Peel en Maas d.d. mei 2010 en de kwaliteitsverbetering door het realiseren van 1500 m² natuurgebied op het perceel, sectie AG, nr. 315, gelegen aan de Wijfelterbroekdijk zoals aangegeven op tekening d.d. 23 november 2010 met bijlagen verbonden aan de bedrijfsontwikkeling op de locatie Vrakkerstraat 133;

een en ander zoals vastgesteld door de raad op 27 juni 2012 en toegevoegd als bijlage 5 bij deze regels.

6.1.2

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 18.2

6.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van de in artikel 6.1 genoemde bestemming, passende binnen deze bestemming en landschappelijke inpassing en waterbergende en/infiltrerende voorzieningen, welke gerealiseerd en in stand dienen te worden gehouden overeenkomstig het bepaalde in:

• 1. het landschapsplan van de Stichting Ark inhoudende het realiseren van 1500 m² natuurgebied op het perceel, sectie AG, nr. 315, gelegen aan de Wijfelterbroekdijk zoals aangegeven op tekening d.d. 23 november 2010 met bijlagen verbonden aan de bedrijfsontwikkeling op de locatie Vrakkerstraat 133;

een en ander zoals vastgesteld door de raad op 27 juni 2012 en toegevoegd als bijlage bij deze regels.

6.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.5.2 gelden verder de volgende regels:

• a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag maximaal 2,00 m bedragen.

6.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik en het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:

• a. standplaats van onderkomens en als standplaats van kampeermiddelen;
• b. agrarisch gebruik, behoudens voor zover dat ten dienste staat voor instandhouding en ontwikkeling van de natuurwaarden;
• c. ten behoeve van de bestemming 'Natuur' zonder dat de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 6.5.2 conform het landschapsplan zoals opgenomen in de bijlage 5 bij deze regels niet volledig is uitgevoerd c.q. volledig in stand wordt gehouden.
• d. opslagdoeleinden, anders dan overeenkomstig het normale gebruik bij de bestemming natuur, met dien verstande dat opslag van mest niet is toegestaan;
• e. het aanbrengen van foliemestbassins;
• f. het beoefenen van lawaaisporten;
• g. militair medegebruik;
• h. volkstuinen.

6.5.2 Landschappelijke inpassing

Het gebruiken en het (doen) gebruiken van de voor 'Natuur' aangewezen gronden en opstallen conform de bestemming 'Natuur', is alleen toegestaan als de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 6.1.1 onder g en conform het landschapsplan zoals opgenomen in bijlage 5 bij deze regels volledig is uitgevoerd en in stand wordt gehouden. De landschappelijke inpassing dient volledig te zijn uitgevoerd en/of volledig in stand te worden gehouden alvorens het daaraan gekoppelde gebruik overeenkomstig de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' is toegestaan.

6.7.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

• a. het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen of verwijderen van andere oppervlakteverhardingen;
• b. het ontginnen, diepploegen en diepwoelen, bodem verlagen, afgraven of ophogen met meer dan 0,30 m en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
• c. het aanleggen van drainage en het graven en dempen van wateren.

6.7.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 6.7.1 is niet van toepassing op:

• a. normale onderhoudswerkzaamheden, hieronder wordt tevens verstaan het vervangen van zieke en dode bomen en/of groen en het vervangen van bomen en/of groen die als gevolg van een calamiteit onherstelbaar zijn beschadigd;
• b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
• c. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
• d. werken of werkzaamheden die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn of krachtens een voor dat tijdstip verleende (ontwerp)vergunning/afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd.

6.7.3 Toelaatbaarheid

Werken als bedoeld in artikel 6.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door deze werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de stedenbouwkundige en/of landschappelijke waarden van de desbetreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.