direct naar inhoud van Artikel 5 Verkeer - Railverkeer
Plan: Naftaleiding Ecoduct
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPNaftaEco-VA01

Artikel 5 Verkeer - Railverkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegvoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
5.2 Bouwregels
  • a. Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, die noodzakelijk zijn met het oog op de regeling van de veiligheid van het (rail)verkeer, dan wel ten behoeve van nutsvoorzieningen;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 3,00 m bedragen;
  • c. de oppervlakte van gebouwen mag maximaal 15 m2 bedragen;
  • d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 9 m bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 2,50 m mag bedragen;
    • 2. palen en (licht)masten, waarvan de bouwhoogte maximaal 9 m mag bedragen;
    • 3. antennes en antennemasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 15 m mag bedragen.
5.3 Nadere eisen
5.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van bebouwing;
  • b. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan.
5.3.2 Toepassingscriteria

De onder 5.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en van omliggende waarden.
5.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing.

5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen, van wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • b. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste en vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing.

5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing.

5.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing.

5.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing.