Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Integrale verplaatsing Maatschap Koppen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0988.BPMtsKoppen-VA01

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. agrarische bedrijven met een geheel of in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
  2. de uitoefening van een intensief veehouderijbedrijf ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van Agrarisch - agrarisch bedrijf- intensieve veehouderij’;
  3. één bedrijfswoning per agrarisch bedrijf;
  4. bijbehorende voorzieningen zoals bijgebouwen, mestopslagplaatsen en silo’s;
  5. detailhandel, als ondergeschikte activiteit van op eigen bedrijf en in de directe omgeving op andere agrarische bedrijven geproduceerde agrarische producten, alsmede van op eigen bedrijf en in de directe omgeving op andere agrarische bedrijven bewerkte eigen agrarische producten, onder voorwaarde dat:
    1. de verkoopruimte binnen de bestaande agrarische bebouwing is gelegen;
    2. de maximale maat van het verkoopvloeroppervlak netto niet meer bedraagt dan 25 m2.
  6. groenvoorzieningen;
  7. (openbare) nutsvoorzieningen;
  8. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen.
  9. recreatief medegebruik met de daarbij behorende voorzieningen, met dien verstande dat het bouwen van gebouwen ten behoeve van recreatief medegebruik niet is toegestaan.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op of in de voor ‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’ aangewezen gronden mogen slechts worden gebouwd gebouwen ten behoeve van de onder 4.1 toegestane functies en de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, binnen de in tabel ‘Bebouwing’ aangegeven grenzen.
 
                                               
4.2.2 Bouwvlak
Ten aanzien van het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
  1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
  2. een bedrijfswoning en bijgebouwen ten dienste van de bedrijfswoning mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ worden opgericht, met dien verstande dat de dichtstbij gelegen gevel van een bijgebouw ten dienste van de bedrijfswoning op maximaal 50 m van de bedrijfswoning mag zijn gelegen.
4.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
Overkappingen zonder wanden of met maximaal 1 dichte wand mogen niet hoger zijn dan 3 m gemeten vanaf het aansluitend terrein en mogelijk uitsluitend worden geplaatst op maximaal één zijerf en tot maximaal 1,5 m voor de naar de weg gekeerde bouwgrens, met dien verstande dat het gedeelte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens volledig open dient te zijn. Overkappingen geplaatst op minder dan 0,5 m van een wand van een hoofd- of bijgebouw worden geacht te zijn omsloten door de desbetreffende wand van het hoofd- of bijgebouw.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de bouwregels voor een overschrijding van het bouwvlak met max 2 m, mits dit niet tot gevolg heeft dat de afstand tussen het bouwvlak en de grens van het bestemmingsvlak kleiner wordt dan 3 m.
4.5 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik strijdig met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden en opstallen voor:
  1. het gebruik van de gronden anders dan voor groenvoorzieningen en houtopstanden, ter plaatse van de aanduiding ‘groen’;
  2. het gebruik van de opstallen:
    1.  voor zelfstandige bewoning, voor zover het niet betreft de bedrijfswoning;
    2.  zijnde de woning dan wel behorende bij de woning voor:
      1. detailhandelsdoeleinden;
      2. bedrijfsdoeleinden, behoudens aan huis gebonden beroepen;
      3. kantineactiviteiten, behoudens ten behoeve van personeel van het eigen bedrijf;
  3. opslag-, stort en/of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden en opstallen;
  4. handels- en bedrijfsdoeleinden behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden en opstallen;
  5. voor het geplaatst houden van kampeermiddelen, behoudens;
    1. kleinschalig kamperen waarbij het volgende geldt:
      1. kampeermiddelen mogen maximaal 50 m vanuit de grens van het bijbehorende agrarisch bedrijf geplaatst dan wel maximaal 50 m uit de dichtstbijzijnde gevel van de bijbehorende bedrijfswoning;
      2. buiten het bouwvlak mag geen extra bebouwing ten behoeve van het kleinschalig kamperen worden opgericht;
      3. door het kleinschalig kamperen mag geen onaanvaardbare toename van betreding en verstoring van nabijgelegen zeer kwetsbare bos- en natuurgebieden optreden.
    2. voor verenigingskamperen; voor het verenigingskamperen ten behoeve van organisaties met een doelstelling van sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke aard geldt voorts het volgende:
      1. kampeermiddelen mogen maximaal 50 m vanuit de grens van het bijbehorende agrarisch bedrijf geplaatst worden dan maximaal 50 m uit de dichtstbijzijnde gevel van de bijbehorende bedrijfswoning;
      2. er mag geen extra bebouwing ten behoeve van het verenigingskamperen worden opgericht.
    3. voor kamperen voor eigen gebruik, waarbij het volgende geldt:
      1. kamperen voor eigen gebruik is uitsluitend toegestaan ten behoeve van de in deze bestemming gesitueerde bedrijfswoningen;
      2. per bedrijfswoning is slechts één kampeermiddel toegestaan;
      3. het kampeermiddel wordt binnen een afstand van 20 meter van de bestaande bebouwing ten behoeve van de bedrijfswoning gesitueerd.
  6. voor reclamedoeleinden, behoudens ten behoeve van de eigen inrichting.