Het is verboden op of in de binnen deze bestemming gelegen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder b Wabo, van het bevoegd gezag de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
- het verharden van onverharde paden;
- het aanbrengen van overige verhardingen, behoudens het gebied gelegen tussen de voorzijde van een agrarisch bedrijf en de ontsluitingsweg of het gebied tussen de voorzijde van een burgerwoning en de ontsluitingsweg of binnen 5 m uit de bestaande bebouwing ten behoeve van de woning alsmede een inrit naar een garage, een berging, of een tuin;
- het ophogen, afgraven, egaliseren, diepploegen en diepwoelen van de bodem en het aanbrengen van ondergrondse leidingen;
- het verwijderen van houtopstanden;
- het dempen van oppervlaktewateren.