Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Integrale verplaatsing Maatschap Koppen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0988.BPMtsKoppen-VA01

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen, niet zijnde gestapelde woningen;
  2. bijgebouwen;
  3. aan huis gebonden beroepen;
  4. tuinen en erven;
  5. (openbare) nutsvoorzieningen;
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse waterbergings en infiltratievoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen
Op of in de voor ‘Wonen’ aangewezen gronden mogen slechts worden gebouwd gebouwen ten behoeve van de onder 7.1 genoemde functies met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde welke qua aard en afmeting passen binnen deze bestemming, waaronder ook privé-zwembaden, tennisbanen, of terrassen.
7.2.2 Bouwvlak
  1. hoofdgebouw en bijgebouwen dienen in het bouwvlak worden gebouwd;
  2. per bouwvlak mag maximaal 1 woning worden opgericht tenzij op de verbeelding anders is aangeduid;
  3. het bouwvlak mag in zijn geheel worden bebouwd, met dien verstande dat de inhoud van een hoofdgebouw maximaal 1.000 m3 mag bedragen en dat de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 3 m bedraagt;
  4. het hoofdgebouw dient georiënteerd te worden op het voorerf;
  5. de voorgevel dient uitsluitend in, dan wel evenwijdig, tot maximaal 3 m achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, te worden opgericht; ondergeschikte bouwdelen, zoals erkers, luifels en balkons met een oppervlak van maximaal 5 m2 mogen de naar de weg gekeerde bouwgrens of de perceelsgrens die het dichtst aan de zijde van de weg gelegen is, niet wordt overschreden;
  6. ten aanzien van de maatvoering va hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
    1. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal 6 m;
    2. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt maximaal 9 m.
7.2.3 Bouwaanduiding ‘bijgebouwen’
  1. ter plaatse van de bouwaanduiding ‘bijgebouwen’ mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd;
  2. bijgebouwen mogen worden gebouwd ten dienste van de bestemming, zoals bergingen, garages, dierenverblijven, woon-, werk-,  en hobbyruimten, hobbykassen en serres;
  3. de gezamenlijke oppervlakte van vergunningsplichtige bijgebouwen en overkappingen bij woningen mag maximaal 150 m2 bedragen, mits de gronden gelegen binnen de aanduiding ‘bijgebouwen’ door dat bouwen voor niet meer dan 50% wordt bebouwd, waarbij bijgebouwen en overkappingen, gelegen binnen het bouwvlak, niet meegerekend worden bij de maximaal toegestane gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij woningen;
  4. ten aanzien van de maatvoering van bijgebouwen gelden de volgende regels:
    1. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3,2 m;
    2. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 6 m;
  5. bijgebouwen in de vorm van een overkapping met minimaal 2 en maximaal 3 wanden mogen tot maximaal 1,5 m voor de naar de weg gekeerde bouwgrens worden geplaatst, mits het gedeelte van de overkapping voor de naar de weg gekeerde bouwgrens aan alle kanten open is en mits op zijerven die grenzen aan de weg of het openbaar groen of openbaar water ook de wand(en) die gelegen is/zijn achter het verlengde van de naar de weg gekeerde bouwgrens open blijft/blijven voor zover dat voor de verkeersveiligheid benodigde uitzichthoek van 45° ten opzichte van de naar de weg gekeerde bouwgrens nodig is. Overkappingen geplaatst op minder dan 0,5 m van een wand van een hoofd- of bijgebouw worden geacht te zijn omsloten door de desbetreffende wand van het hoofd- of bijgebouw.
7.2.4 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen qua aard en afmetingen bij de bestemming te passen;
  2. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 4 m bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 m bedraagt;
  3. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder tevens begrepen erfafscheidingen, buiten het bouwvlak en bijgebouwenvlak mag maximaal 1 m bedragen, uitgezonderd sierhekwerken waarvan de hoogte maximaal 2 m bedraagt en waarbij geen beperkingen ten aanzien van de situering gelden;
  4. overkappingen zonder wanden of met maximaal 1 dichte wand mogen niet hoger zijn dan 3 m gemeten vanaf het aansluitend terrein en mogelijk uitsluitend worden geplaatst op maximaal één zijerf en tot maximaal 1,5 m voor de naar de weg gekeerde bouwgrens, met dien verstande dat het gedeelte voor de naar de weg gekeerde bouwgrens volledig open dient te zijn. Overkappingen geplaatst op minder dan 0,5 m van een wand van een hoofd- of bijgebouw worden geacht te zijn omsloten door de desbetreffende wand van het hoofd- of bijgebouw.
7.2.5 Antenne/opstelpunten
Op gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde hoger dan 15 m mogen antenneopstelpunten worden opgericht, mits deze antennemasten niet hoger zijn dan 5 m gemeten vanaf bovenkant gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde.
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredig nadelige gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Afwijken van toegestaan aantal wooneenheden
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de bouwregels voor het oprichten van één woning in het bouwvlak gelegen aan de Tuurkesweg zoals weergegeven op de analoge planverbeelding met kenmerk 08.038.t004.VL, met dien verstande dat de inhoud van deze woning maximaal 2.000 m3 mag bedragen, onder voorwaarde dat de stedenbouwkundige waarden hierdoor niet onevenredig worden aangetast.
7.4.2 Afwijken van bouwregels met betrekking tot overkappingen
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de bouwregels teneinde het bouwen van overkappingen verder voor de naar de weg gekeerde bouwgrens toe te staan, onder de voorwaarde dat de stedenbouwkundige waarden hierdoor niet onevenredig worden aangetast en mits het gedeelte van de overkapping voor de naar de weg gekeerde bouwgrens aan alle kanten open is, en de voor de verkeersveiligheid benodigde uitzichthoek van 45° gewaarborgd blijft.
7.4.3 Afwijken van bouwregels met betrekking tot dakterrassen
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de bouwregels voor het toestaan van een dakterras op een plat dak, mits:
  1. de hoogte van de vloerafscheiding/balustrade niet meer dan 1,20 meter bedraagt, gemeten vanaf de bovenkant van het plat dak;
  2. geen bouwwerken, anders dan onder a. bedoeld, op het dakterras worden opgericht;
  3. het stedenbouwkundig beeld ter plaatse niet wordt verstoord.
  4. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  5. waarden en belangen van derden niet worden geschaad of kunnen worden geschaad.
7.5 Specifieke gebruiksregels
7.5.1 Gebruik van gronden en opstallen
Onder gebruik strijdig met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden en opstallen voor:
  1. zelfstandige bewoning of afhankelijke bewoning, indien het een vrijstaand bijgebouw betreft;
  2. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afhankelijke woonruimte;
  3. opslagdoeleinden, anders dan overeenkomstig het normale gebruik bij de bestemming wonen en dat gebruik als opslag-, sort-, lozings- of bergplaats van bruikbare en/of onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten als strijdig gebruik wordt aangemerkt;
  4. de uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf, met uitzondering van de in de doeleindenomschrijving omschreven vormen en bedrijfsmatig gebruik en met uitzondering van het gebruik van hoofd- en bijgebouwen voor een aan huis gebonden beroep tot een oppervlak van maximaal 50 m2;
  5. prostitutiedoeleinden;
  6. het gebruik van de gronden anders dan voor groenvoorzieningen en houtopstanden, ter plaatse van de aanduiding ‘groen’;
7.5.2 Wet geurhinder en veehouderij
Onder gebruik strijdig met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het in gebruiknemen van opstallen als geurgevoelig object ter plaatse van een reeds krachtens de Wet  geurhinder en veehouderij geldende geurcontour.
7.5.3 Parkeren
Onder gebruik strijdig met dit bestemmingsplan wordt in elk geval verstaan het parkeren van motorvoertuigen op de gronden gelegen buiten het bouwvlak en bijgebouwenvlak, uitgezonderd ter plaatse van de gronden gelegen voor de garage, berging, of een daarmee vergelijkbaar gebouw.
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.6.1 Afwijken van de gebruiksregels met betrekking tot digitale verkoop per internet
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de gebruiksregels voor handel in de vorm van digitale verkoop per internet, mits:
  1. de producten door de klant digitaal besteld worden;
  2. de bestelde producten door de ondernemer zelf of via de post c.q. een pakketdienst bij de klant thuis bezorgd worden;
  3. er geen verkoop aan huis plaatsvindt;
  4. maximaal 30 m2 van het vloeroppervlak van de woning gebruikt wordt voor de digitale verkoop per internet, in de vorm van administratie en de opslag van goederen.
7.6.2 Afwijken van de gebruiksregels in verband met aan huis gebonden beroep of bedrijf
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de gebruiksregels zoals omschreven in artikel 7.5.1 onder d tot een groter oppervlak groter dan 50 m2, of als bedrijfsruimte voor een aan huis gebonden bedrijf of een ambachtelijk bedrijf in een deel van een woning of de daarbij behorende bijgebouwen, mits:
  1. de daar gepleegde activiteiten ondergeschikt zijn aan de woonfunctie;
  2. het gebruik naar de aard van de woonfunctie in overeenstemming is;
  3. de woonfunctie op het betrokken perceel niet in betekenende mate wordt aangetast;
  4. niet meer dan 30% van de verkoopvloeroppervlakte van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen als zodanig wordt gebruikt;
  5. geen gebruik plaatsvindt, dat meldings- of vergunningsplichtig is in het kader van de Wet milieubeheer, tenzij ten aanzien van meldingsplichtige activiteiten kan worden aangetoond dat het woon- en leefklimaat door de desbetreffende activiteit niet onevenredig wordt aangetast;
  6. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met het beroep of bedrijf;
  7. het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn en die niet binnen het perceelsgedeelte, dat binnen het bestemmingsvlak is gelegen, gerealiseerd kunnen worden.
7.6.3 Afwijken van de gebruiksregels in verband met het in gebruik nemen van een aangebouwd bijgebouw als afhankelijke woonruimte
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de gebruiksregels zoals omschreven in artikel 7.5.1 onder b, ten einde toe te staan dat een afhankelijk bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
  1. er geen sprake is van een zelfstandige woning;
  2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  3. er maximaal één afhankelijke woonruimte per woning ontstaat.