Plan: | Kampershoek-Noord 2010, 3e herziening |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | exploitatieplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0988.EPKampershN2010H3-ON01 |
De begrippen die zijn opgenomen in de ‘Regels van het bestemmingsplan Kampershoek-Noord 2010’ respectievelijk in de ‘Regels van het bestemmingsplan Kampershoek-Noord 2010, 2e partiële herziening’, de ‘Regels van het bestemmingsplan Kampershoek-Noord 2010, 3e partiële herziening’ en de ‘Regels van het bestemmingsplan Kampershoek-Noord 2010, 4e partiële herziening’, zijn van overeenkomstige toepassing op de hier opgenomen ‘Regels exploitatieplan Kampershoek-Noord 2010 3e herziening Weert’, tenzij in deze regels anders is aangegeven.
Daarnaast wordt in deze regels verstaan onder:
dit alles opgesteld en opgemaakt op basis van de eisen als gesteld in de Standaard RAWbepalingen 2015, zoals uitgegeven door CROW, uitgave 480, gevestigd te Ede.
Begrippen kunnen in de regels zowel met als zonder hoofdletter zijn aangeduid.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen op een bouwperceel in uitgeefbaar gebied wordt niet verleend voordat het bouwrijp maken van de openbare ruimte ten behoeve van dat bouwperceel, als onderdeel van de inrichting van de openbare ruimte, is voltooid.
De oprichting van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van respectievelijk de bestemmingen Bedrijventerrein en Horeca vindt plaats binnen de in de ruimtegebruikskaart als ‘uitgeefbaar gebied’ aangeduide gronden.
De openbare ruimte, onderverdeeld naar de functies hoofdontsluitingsas (onderscheiden naar centrale hoofdweg en hoofdontsluitingen) interne openbare wegen, groen, grondwallen, bergingswatergangen, wadi, fietspad en onderhoudspad, wordt aangelegd binnen de in de ruimtegebruikskaart voor de respectievelijke functies als zodanig aangeduide gronden.
Het bouwrijp maken van het uitgeefbaar gebied, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte vindt plaats volgens de eisen als opgenomen in de kwaliteitsomschrijving, en overeenkomstig het in artikel 5 bedoelde bestek waarmee door burgemeester en wethouders ingevolge artikel 5.2 is ingestemd dan wel, in geval van toepassing van artikel 5.4, het bestek dat voldoet aan de in artikel 5.4 bedoelde eisen.
Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het uitgeefbaar gebied, de aanleg van nutsvoorzieningen, het bouwrijp maken van de openbare ruimte en het gebruiksgereed maken van de openbare ruimte wordt een bestek opgesteld, dat ter schriftelijke instemming aan burgemeester en wethouders dient te worden voorgelegd. Een bestek dient te voldoen aan de eisen die daartoe zijn opgenomen in de kwaliteitsomschrijving en dient ten minste de omvang te hebben van het samenstel van:
De instemming met een bestek wordt geweigerd, indien:
Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van het in artikel 5.1 bedoelde bestek of met het bestek wordt ingestemd.
Het is verboden te starten met de aanleg van de in artikel 5.1 bedoelde werken en werkzaamheden voordat de instemming op het bestek als bedoeld in artikel 5.1 heeft plaatsgevonden.
In afwijking van het bepaalde in artikel 5.1 en 5.2 is geen expliciet instemmingsbesluit vereist indien de bestekken worden opgesteld door of namens de gemeente, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 5.1, tweede en derde volzin van overeenkomstige toepassing is op een bestek dat door of namens de gemeente is opgesteld.
Op de aanbesteding van de werken en werkzaamheden binnen het exploitatieplangebied voor de inrichting van de openbare ruimte en de daarmee samenhangende diensten en leveringen zijn de Europese en nationale regels over aanbestedingen van overheidsopdrachten van toepassing. Voor zover deze regels niet van toepassing zijn, is op de in de vorige volzin bedoelde werken en werkzaamheden het aanbestedingskader van toepassing.
Voorafgaand aan de start van de uitvoering van de in artikel 6.1 bedoelde werken, werkzaamheden, diensten en leveringen wordt een aanbestedingsprotocol ter instemming aan burgemeester en wethouders voorgelegd. De instemming met het aanbestedingsprotocol wordt geweigerd indien het aanbestedingsprotocol in strijd is het met bepaalde in artikel 6.1.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van het aanbestedingsprotocol over de instemming. Zij kunnen de in de vorige volzin bedoelde termijn eenmaal verlengen met acht weken.
In het geval instemming is verleend aan een aanbestedingsprotocol, wordt, voorafgaand aan de start van de uitvoering van de in artikel 6.1 bedoelde werken, werkzaamheden, leveringen en diensten, een aanbestedingsverslag met een voorgenomen besluit tot gunning ter instemming voorgelegd aan burgemeester en wethouders. In het aanbestedingsverslag wordt ten minste vastgelegd op welke wijze de aanbestedingsprocedure is doorlopen. De instemming wordt geweigerd, indien de gevolgde aanbestedingsprocedure en/of het voorgenomen besluit tot gunning in strijd is/zijn met het aanbestedingsprotocol. Het bepaalde in artikel 6.3 is van overeenkomstige toepassing op het besluit over instemming met het aanbestedingsverslag met een voorgenomen besluit tot gunning.
Het is verboden te starten met de uitvoering van de in artikel 6.1 bedoelde werken, werkzaamheden, leveringen en diensten, voordat burgemeester en wethouders met het in artikel 6.4 bedoelde aanbestedingsverslag met voorgenomen besluit tot gunning hebben ingestemd.
In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2, 6.3 en 6.4 is geen expliciet instemmingsbesluit van burgemeester en wethouders vereist, indien het aanbestedingsprotocol, het aanbestedingsverslag en het voorgenomen besluit tot gunning worden opgesteld door of namens de gemeente, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 6.1 eerste volzin van overeenkomstige toepassing is indien de gemeente geldt als opdrachtgever voor de in artikel 6.1 bedoelde werken, werkzaamheden, leveringen en/of diensten.
Met het oog op het voldoen aan de regels kunnen (tussentijdse) inspecties plaatsvinden ter zake de uitvoering van de inrichting van de openbare ruimte en de oplevering daarvan aan of ten behoeve van de gemeente, waarbij door of namens burgemeester en wethouders wordt getoetst of de werken en voorzieningen voldoen aan de kwaliteitsomschrijving en het bestek waarmee tevoren is ingestemd.
In het kader van de (tussentijdse) inspecties worden plannen voor de revisie van aangelegde riolering ter instemming voorgelegd aan burgemeester en wethouders. De in de vorige volzin bedoelde inspecties monden uit in een verklaring door of namens burgemeester en wethouders, waarin wordt vastgesteld of voldaan is aan de regels.
De personen die zijn belast met de inspecties, hebben te allen tijde vrije toegang tot het exploitatieplangebied.
Het is verboden te handelen in strijd met de in artikel 2 tot en met 7 opgenomen regels en eisen.
Een overtreding van het verbod als bedoeld in artikel 8.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 2 tot en met 8, mits de afwijking past in een voorgenomen herziening van dit exploitatieplan. De omgevingsvergunning als bedoeld in de vorige volzin wordt alleen verleend, indien de voorgenomen afwijking past in een ontwerpbesluit tot herziening van het exploitatieplan, zoals dat ten tijde van de ontvangst van de vergunningaanvraag met inachtneming van afdeling 3.4 Awb ter inzage is gelegd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van dit exploitatieplan, die betrekking hebben op de situering van voorzieningen, openbare ruimte (en de daarbinnen voor de respectievelijke functies hoofdontsluiting, centrale hoofdweg, interne openbare wegen, groen, grondwallen, bergingswatergangen, wadi’s, fietspaden en onderhoudspaden onderscheiden gronden) en uitgeefbaar gebied, wanneer uit inmeting van of uit andere feitelijke oorzaken in het exploitatieplangebied geringe maatverschillen zouden blijken ten opzichte van de in de ruimtegebruikskaart opgenomen maatvoering. De omgevingsvergunning wordt alleen verleend, indien de voorgenomen afwijking ten hoogste 15 meter verschilt van de situering zoals aangegeven op de ruimtegebruikskaart, en voor het overige aan de regels van dit exploitatieplan wordt voldaan.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3, waar het gaat om het wijzigen van de omvang en ligging van het gebied met de functieaanduiding interne openbare weg en van het uitgeefbaar gebied binnen de op de ruimtegebruikskaart aangeduide ‘Afwijkingszone 1’.
De omgevingsvergunning wordt alleen verleend, indien:
Deze regels kunnen worden aangehaald als ‘Regels exploitatieplan Kampershoek-Noord 2010 3e herziening Weert’.