direct naar inhoud van Artikel 3 Kantoor
Plan: Bestemmingsplan Sint Odastraat 27
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPStOdastraat27-VA01

Artikel 3 Kantoor

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, waarvan de uitoefening plaatsvindt in kantoren, maar waarvan de uitoefening in beginsel niet geschiedt in een direct contact met publiek;
  • b. openbare nutsvoorzieningen;
  • c. aanleg en instandhouding van groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen. Voor parkeren wordt uitgegaan van minimaal 1 parkeerplaats per 50 m² b.v.o. voor kantoorruimte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ dient, naast de ter plaatse aangeduide functie of bestemming, een bedrijfswoning bij het kantoor te worden opgericht.
  • Een en ander met de daarbij behorende parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, verhardingen en andere voorzieningen zoals energievoorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de voor 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken passende binnen deze bestemming;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen passen binnen deze bestemming.
3.2.2 Regels met betrekking tot het bouwvlak
  • a. Gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag voor maximaal 55% worden bebouwd, tenzij op de verbeelding een ander maximaal bebouwingspercentage is aangegeven of meer bebouwing aanwezig is op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
  • c. De voorgevel dient uitsluitend in dan wel achter de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden opgericht; ondergeschikte bouwdelen, zoals erkers, luifels en balkons met een oppervlakte van maximaal 5 m2, mogen de naar de weg gekeerde bouwgrens overschrijden met maximaal 1,20 meter, mits daarmee de bestemmingsgrens of de perceelsgrens die het dichtst aan de zijde van de weg gelegen is, niet wordt overschreden.
  • d. Ten aanzien van de maatvoering van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

    1. de goothoogte van hoofdgebouwen mag maximaal 4,00 meter bedragen;

    2. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag maximaal 4,00 meter bedragen of maximaal de bouwhoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze hoger is.

  • e. Vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ten dienste van kantoordoeleinden, zoals bergruimten en fietsenstallingen. Per kantoor is maximaal één bijgebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 25 m² en een maximale goothoogte van 3,00 m en maximale bouwhoogte van 4,50 m tenzij meer bebouwing aanwezig is op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
  • f. Ten aanzien van bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning toegestaan’ gelden de volgende regels:

    1. de bedrijfswoning moet worden gebouwd met inachtneming van de eisen van de Wet geluidhinder;

    2. de bedrijfswoning mag geen deel uitmaken van de bouwmassa van het kantoor. Wel mogen de woning en het kantoor middels een bijgebouw of een ander ondergeschikt bouwdeel of door een bouwwerk, geen gebouw zijnde met elkaar verbonden worden;

    3. in voldoende mate dient vast te staan dan de bouw en de bewoning geen onevenredige beperkingen oplegt aan het gebruik van de omliggende gronden;

    4. de inhoud van de bedrijfswoning maximaal 750 m³ bedraagt;

    5. de goothoogte van de bedrijfswoning maximaal 6,00 m bedraagt;

    6. de bebouwingshoogte van de bedrijfswoning maximaal 9,00 m bedraagt;

    7. per bedrijfswoning zijn bijgebouwen toegestaan met een maximale oppervlakte van 150 m², een maximale goothoogte van 3,20 m en maximale bouwhoogte van 6,00 m, mits het vlak ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning toegestaan’ door dat bouwen voor niet meer dan 50% wordt bebouwd.

3.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen qua aard en afmetingen bij de bestemming te passen.
  • b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 4,00 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2,00 meter mag bedragen.
  • c. Buiten het bouwvlak mag uitsluitend een draadafscheiding of een sierhekwerk tot een bouwhoogte van maximaal 2,00 meter gebouwd worden.
  • d. De hoogte van vlaggenmasten, lichtmasten e.d. mag maximaal 6,00 m bedragen. Indien het betreft reclamezuilen, dient vooraf overleg gepleegd te worden met de beheerder van de aangrenzende weg.
  • e. Overkappingen zonder wanden of met maximaal 1 dichte wand mogen niet hoger zijn dan 3,00 m gemeten vanaf het aansluitend terrein en mogen uitsluitend worden geplaatst op maximaal één zijerf en tot maximaal 1,50 m vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens met dien verstande dat het gedeelte vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens volledig open dient te zijn. Overkappingen geplaatst op minder dan 0,50 m van een wand van een hoofd- of bijgebouw worden geacht te zijn omsloten door de desbetreffende wand van het hoofd- of bijgebouw.
  • f. Op zijerven die grenzen aan de weg of het openbaar groen of openbaar water mogen draadafscheidingen tot een maximale bouwhoogte van 2,00 m op de perceelsgrens worden gebouwd mits de voor de verkeersveiligheid benodigde uitzichthoek van 45° ten opzichte van de voorgevel van het hoofdgebouw gewaarborgd blijft.
3.2.4 Antenne-opstelpunten

Op gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde hoger dan 15,00 meter mogen antenne-opstelpunten worden opgericht, mits deze antennemasten maximaal 5,00 meter zijn vanaf bovenkant gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundige beeld.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 sub e, voor het bouwen van overkappingen verder vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens, onder de voorwaarde dat de stedenbouwkundige waarden hierdoor niet onevenredig worden aangetast en mits het gedeelte van de overkapping voor de naar de weg gekeerde bouwgrens aan alle kanten open is en de voor de verkeersveiligheid benodigde uitzichthoek van 45° gewaarborgd blijft.

3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Gebruik van de gronden en opstallen

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor:

  • a. zelfstandige bewoning of afhankelijke woonruimte, indien het een vrijstaand bijgebouw betreft;
  • b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen bij de bedrijfswoning als afhankelijke woonruimte;
  • c. opslagdoeleinden, anders dan overeenkomstig het normale gebruik binnen de bestemming ‘Kantoor’;
  • d. bedrijfsdoeleinden;
  • e. detailhandel;
  • f. horecadoeleinden;
  • g. recreatieve doeleinden;
  • h. woondoeleinden;
  • i. prostitutiedoeleinden.
3.5.2 Parkeren

Elke voorziening dient op eigen terrein te voorzien in de behoefte aan parkeergelegenheid (zowel voor personeel als voor bezoekers) en in gelegenheid voor laden en lossen, waarbij voldaan dient te worden aan de normen in de Parkeerbeleidsnota 2006, tenzij voldoende openbare plaatsen aanwezig zijn volgens een beoordeling van burgemeester en wethouders.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een afwijken van het bepaalde in 3.5.1 sub b., teneinde toe te staan dat een aangebouwd bijgebouw bij de bedrijfswoning gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. er geen sprake is van een zelfstandige woning;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. er maximaal één afhankelijke woonruimte per woning ontstaat;
  • d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte maximaal 75 m² bedraagt.
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing.