| Plan: | Bestemmingsplan Sint Odastraat 27 |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0988.BPStOdastraat27-VA01 |
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een en ander met de daarbij behorende parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, verhardingen en andere voorzieningen zoals energievoorzieningen.
Op de voor 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
1. de goothoogte van hoofdgebouwen mag maximaal 4,00 meter bedragen;
2. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag maximaal 4,00 meter bedragen of maximaal de bouwhoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze hoger is.
1. de bedrijfswoning moet worden gebouwd met inachtneming van de eisen van de Wet geluidhinder;
2. de bedrijfswoning mag geen deel uitmaken van de bouwmassa van het kantoor. Wel mogen de woning en het kantoor middels een bijgebouw of een ander ondergeschikt bouwdeel of door een bouwwerk, geen gebouw zijnde met elkaar verbonden worden;
3. in voldoende mate dient vast te staan dan de bouw en de bewoning geen onevenredige beperkingen oplegt aan het gebruik van de omliggende gronden;
4. de inhoud van de bedrijfswoning maximaal 750 m³ bedraagt;
5. de goothoogte van de bedrijfswoning maximaal 6,00 m bedraagt;
6. de bebouwingshoogte van de bedrijfswoning maximaal 9,00 m bedraagt;
7. per bedrijfswoning zijn bijgebouwen toegestaan met een maximale oppervlakte van 150 m², een maximale goothoogte van 3,20 m en maximale bouwhoogte van 6,00 m, mits het vlak ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning toegestaan’ door dat bouwen voor niet meer dan 50% wordt bebouwd.
Op gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde hoger dan 15,00 meter mogen antenne-opstelpunten worden opgericht, mits deze antennemasten maximaal 5,00 meter zijn vanaf bovenkant gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundige beeld.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 sub e, voor het bouwen van overkappingen verder vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens, onder de voorwaarde dat de stedenbouwkundige waarden hierdoor niet onevenredig worden aangetast en mits het gedeelte van de overkapping voor de naar de weg gekeerde bouwgrens aan alle kanten open is en de voor de verkeersveiligheid benodigde uitzichthoek van 45° gewaarborgd blijft.
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor:
Elke voorziening dient op eigen terrein te voorzien in de behoefte aan parkeergelegenheid (zowel voor personeel als voor bezoekers) en in gelegenheid voor laden en lossen, waarbij voldaan dient te worden aan de normen in de Parkeerbeleidsnota 2006, tenzij voldoende openbare plaatsen aanwezig zijn volgens een beoordeling van burgemeester en wethouders.
Het bevoegd gezag kan met een afwijken van het bepaalde in 3.5.1 sub b., teneinde toe te staan dat een aangebouwd bijgebouw bij de bedrijfswoning gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits:
Niet van toepassing.