Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Rakerstraat 8 te Weert
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0988.BPRakerstraat8-VA01

Artikel 9 Algemene aanduidingsregels

9.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop

1. Algemeen
Ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone – molenbiotoop’ zijn de gronden mede bedoeld als beschermingszone rond de molen voor het waarborgen van voldoende windvang.
 
2. Bouwregels
Ongeacht hetgeen voor de overige op deze gronden rustende bestemming is bepaald, mag er ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone – molenbiotoop’ niet worden gebouwd voor zover de windvang van de molen daardoor in onevenredige mate wordt aangetast. Uitgangspunt hierbij is dat de optimale windvang tot maximaal 5% mag worden beperkt. Voor de bepaling van de hierbij toegestane bouwhoogten wordt de formule uit bijlage 1 bij de regels gehanteerd als mede de afwijkingen zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels.
 
3. Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 9.1.2 voor het oprichten van bebouwing tot een grotere bouwhoogte dan bepaald in dat artikel mits vooraf de vereniging De Hollandse Molen, Molenstichting Weerterland of diens opvolger om advies is gevraagd.

9.2 Aanlegvergunning

1. Verbodsbepaling
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
a. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting. Voor de bepaling van de hierbij toegestane hoogten worden de formules, als mede de afwijkingen, zoals opgenomen in 'Bijlage 1 bij de regels: Molenbiotoop' gehanteerd.
 
2. Normaal onderhoud
Het onder 9.2.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of
werkzaamheden:
a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
b. die het normale onderhoud en beheer betreffen.
 
3. Toelaatbaarheid
Werken als bedoeld in 9.2.1 sub a. zijn slechts toelaatbaar, indien door deze
werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te
verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast
.