Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te
wijzigen bij het in geringe mate overschrijden van de
bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met
afwijkingen of onnauwkeurigheden van de kaart, ten opzichte van de
feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed
mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te
bereiken met dien verstande, dat overschrijding niet meer dan 2,00 m
mag bedragen.