Een bouwwerk dat op het
tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in
uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een
omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits
deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
na het teniet gaan
ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd, veranderd, mits
de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de
dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
Het bevoegd gezag kan
eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning
verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld
in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet
van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en
in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de
overgangsbepaling van dat plan.
10.2. Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond
en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het
bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het
met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid,
te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig
gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang
wordt verkleind.
Indien het gebruik,
bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het
plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het
verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet
van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen
geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van
dat plan.