direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Koekoeksweg 6a-7
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Op de locatie Koekoeksweg 7 beschikt de initiatiefnemer over een paardenhouderij, met de planologisch-juridische mogelijkheid van de realisatie van 5 stageverblijven. De initiatiefnemer heeft onlangs de locatie Koekoeksweg 6a (voormalige kleedlokalen, kantine en sportveld) aangekocht ten behoeve van de paardenhouderij. Nu heeft de initiatiefnemer op deze locatie, in de voormalige kleedlokalen, inmiddels drie stageverblijven gerealiseerd. De voormalige kantine en sportveld wordt als onderdeel van de paardenhouderij ingezet als leslokaal en voor evenementen in de vorm van het organiseren van (trainings)wedstijden (ongeveer 15 keer per jaar). Dit is niet in overeenstemming met het thans geldende bestemmingsplan, aangezien de gronden aan de Koekoeksweg 6a bestemd zijn als 'Sport'. Binnen deze bestemming worden stageverblijven niet aangemerkt als sport en zijn stageverblijven voor een paardenhouderij niet toegestaan. Ook het gebruik van de voormalige kantine en het sportveld als leslokaal en voor (trainings)wedstrijden met aanspanningen, in de vorm van kleinschalige evenementen, is hiermee niet in overeenstemming.

Verder is er op het achterterrein van Koekoeksweg 7, tegen de spoorlijn, een met berging gelegen. Dit chalet wordt gebruikt voor het tijdelijk verblijf van medewerkers van de paardenhouderij. Echter het is niet wenselijk dat dit chalet op deze locatie gehandhaafd blijft binnen het plasbrandaandachtsgebied van het spoor. Het chalet wordt dan ook verplaatst naar het agrarisch bouwvlak (aan de zijkant van de rijhal) en in gebruik genomen als kantine voor kortstondig verblijf c.q. pauzeren van personeel. Tevens kan dit chalet gebruikt worden als stageverblijf. Dit chalet is qua gebruik en bouwwerk niet toegestaan binnen de geldende agrarische bestemming.

Op 12 januari 2021 heeft het college besloten in principe en onder voorwaarden in te stemmen met de legalisatie van de gerealiseerde stageverblijven aan de Koekoeksweg 6a en het herbestemmen van het 'restant' van het voormalige sportcomplex alsmede het chalet door middel van een herziening van het bestemmingsplan. Middels herziening van het bestemmingsplan wordt een strijdige situatie beëindigd.

De bestemmingsplanherziening houdt concreet in dat de voormalige kleedlokalen (Koekoeksweg 6a) qua bestemming gewijzigd worden in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' en dit bestemmingsvlak door middel van de figuur 'relatie' gekoppeld wordt aan het agrarische bedrijf (paardenhouderij) aan de overzijde van de weg (Koekoeksweg 7). Tevens wordt op Koekoeksweg 7 het maximum aantal stageverblijven aangepast van vijf naar twee verblijven. De realisatie van de overige twee stageverblijven blijft hiermee mogelijk ter plekke van de oorspronkelijke maatvoeringaanduiding aan de Koekoeksweg 7. Het totaal aantal stageverblijven blijft hiermee op 5 stuks. Zoals voorheen is per stageverblijf woonruimte voor maximaal 2 personen toegelaten. In totaal is zodoende woonruimte voor maximaal 10 personen toegelaten. Het chalet wordt geregeld als kantine voor kortstondig verblijf c.q. pauzeren van personeel. Tevens kan het chalet ingezet worden als stageverblijf waardoor het aantal stageverblijven met 1 toeneemt en in totaal op 6 komt (12 personen).

De voormalige kantine wordt eveneens gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - leslokaal'. Ter plaatse van deze aanduiding wordt het gebruik als leslokaal en ondergeschikte horeca voor evenementen in de vorm van (trainings)wedstrijden planologisch-juridisch mogelijk gemaakt.

Het sportveld wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch' met de aanduiding 'evenemententerrein' zodat hier evenementen in de vorm van (trainings)wedstrijden (maximaal 15 keer per jaar) mogelijk worden gemaakt.

Met deze bestemmingsplanherziening wordt planologisch-juridisch invulling gegeven aan de huidige en toekomstige situatie op locatie. Per saldo blijft het aantal stageverblijven planologisch-juridisch gezien gelijk en ontstaat er ruimtelijke gezien geen 'andere' situatie.

1.2 Locatie plangebied

Het plangebied is gelegen aan de Koekoeksweg 6a-7 in het buitengebied van Weert en ten zuidoosten van de stedelijke kern. Het plangebied omvat een deel van het perceel 267, perceel 274, een deel van het perceel 278 en een deel van het perceel 1095, sectie AB, kadastrale gemeente Weert. In totaal beslaat de oppervlakte van het plangebied circa 26.500 m2 (2,65 ha.), waarvan het bestaande bouwvlak (binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf) een oppervlakte heeft van circa 9.250 m2 en het toegevoegde bouwvlak (ter plaatse van de kleedruimten/kantine een oppervlakte heeft van circa 460 m2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0001.png"

Globale ligging van het plangebied (bron: KadViewer)

1.3 Geldende bestemmingsplannen

Het geldende bestemmingsplan ter plaatse van het plangebied is het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011' (vastgesteld op 26 juni 2013). Over dit bestemmingsplan is op 18 februari 2015 een gerechterlijke uitspraak geweest, waarna door de gemeente op 27 mei 2015 een 1e herziening van het bestemmingsplan is vastgesteld met een wijziging op enkele bestemmingsregels. De wijziging van deze bestemmingsregels in de 1e herziening heeft geen uitwerking op de planologisch-juridische regeling ter plekke van het plangebied.

Binnen het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011' is op de locatie Koekoeksweg 7 de enkelbestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' van kracht. Voor een groot deel van de locatie is een bouwvlak opgenomen, waarbinnen de agrarische bedrijfsbebouwing met bedrijfswoning mag worden opgericht. Voor de aansluitende gronden, richting de spoorlijn, is de bestemming 'Agrarisch' van toepassing. Naast deze enkelbestemmingen is voor deze locatie ook de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie middelhoog' en de gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' van toepassing. Aan de zuidwestgrens van het bouwvlak is de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hippisch centrum' opgenomen. Aansluitend aan de zuidgrens is de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stageverblijf', met een maatvoering van een maximum aantal van vijf stageverblijven opgenomen. Daarnaast is aan de zuidgrens middels een functieaanduiding een bedrijfswoning mogelijk gemaakt.

Op de locatie Koekoeksweg 6a is ter hoogte van de voormalige kleedlokalen/kantine met sportveld de enkelbestemming 'Sport' opgenomen. Naast deze enkelbestemming rust op de locatie ook de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie middelhoog' en de gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied'. Ter plaatse van de enkelbestemming 'Sport' zijn de gronden bestemd voor sportieve recreatie met daaraan ondergeschikt: daghoreca in de vorm van een kantine, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, verkeersvoorzieningen waaronder perceelsontsluitingswegen, voorzieningen ten behoeve van openbaar nut en waterhuishoudkundige voorzieningen.

De locatie van het chalet heeft de bestemming 'Agrarisch' met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie middelhoog'.

Stageverblijven worden niet aangemerkt als sportieve recreatie en zijn daarmee niet passend binnen de bestemming 'Sport'. Om de gerealiseerde stageverblijven planologisch-juridisch mogelijk te maken is herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. Van belang hierbij is dat de relatie wordt gelegd met het agrarische bedrijf (paardenhouderij) aan de overzijde van de weg (Koekoeksweg 7).

Hetzelfde geldt voor het huidige gebruik van de voormalige kantine met sportveld. Het gebruik van de kantine als leslokaal en voor ondergeschikte horeca alsmede het gebruik van het sportveld voor evenementen in de vorm van (trainings)wedstrijden is eveneens niet toegestaan op basis van de bestemming 'Sport'.

Ter plaatse van de agrarische bestemming is het oprichten en gebruik van gebouwen in de vorm van een chalet niet toegestaan. De in gebruik name van het te verplaatsen chalet als kantine voor kortstondig verblijf c.q. pauzeren van personeel dan wel als stageverblijf binnen het agrarisch bouwvlak is ook strijdig met het bestemmingsplan.

Om de gerealiseerde stageverblijven, het gebruik van de voormalige kantine met sportveld en het chalet als kantine planologisch-juridisch mogelijk te maken is herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. Voor de stageverblijven  is het van belang dat hierbij de relatie wordt gelegd met het agrarische bedrijf (paardenhouderij) aan de overzijde van de weg (Koekoeksweg 7).

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0002.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan 'Buitengebied 2011' met rood omlijnd het plangebied.

1.4 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk wordt in Hoofdstuk 2 het plangebied en het planvoornemen nader beschreven. In Hoofdstuk 3 wordt het planvoornemen getoetst aan de relevante beleidskaders. Daarna wordt in Hoofdstuk 4 getoetst aan de relevante milieu- en omgevingsaspecten. In Hoofdstuk 5 wordt het juridische aspect toegelicht. Tenslotte komen in Hoofdstuk 6 de maatschappelijke en economische haalbaarheid aan bod en wordt in Hoofdstuk 7 de doorlopen procedure uiteengezet.

Hoofdstuk 2 Plangebied en voornemen

2.1 Ligging in groter verband

Het plangebied is gelegen in het buitengebied van Weert, aan de rand van de stedelijke kern. Weert is een middelgrote stad in Limburg, gelegen aan de Peelgrens tussen Limburg en Noord-Brabant. De gemeente is tevens gelegen aan de zuidgrens van Nederland met België. Om deze reden promoot de stad zich als 'de Poort van Limburg'.

De kern van Weert is gelegen aan diverse wegen die deze oversteek maken naar België, zoals de N292 en de N564. Verder ligt de kern langs de A2, die Weert ontsluit naar enerzijds Eindhoven naar het noorden en Midden- en Zuid-Limburg naar het zuiden. Het plangebied zelf is gelegen nabij de kruising van twee provinciale wegen: de N293 richting Stamproy en de N280 richting Roermond.

2.2 Historische ontwikkeling

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0003.png"

Historische ontwikkeling van de kern van Weert

Het gebied rondom de stedelijke kern van Weert bestond tot in de vorige eeuw uit uitgestrekte aaneengesloten bouwlandcomplexen. In de loop der eeuwen ontstonden in datzelfde uitgestrekte akkerbouwgebied boerderijzwermen (met het oog op minimalisering van de afstand naar de akkers in het gebied), die aaneengroeiden tot gehuchten en later kerkdorpen. De kern van Weert zelf heeft zich voornamelijk ontwikkeld door industriële ontwikkelingen zoals de lakenindustrie. Door deze industriële ontwikkeling, mede gestimuleerd door de aanleg en ingebruikname van de Zuid-Willemsvaart die de kern van Weert verbindt met onder andere Maastricht, Maasmechelen, Bree, Helmond en 's-Hertogenbosch.

Door de stedeljke ontwikkeling van Weert naar het zuiden en oosten is de locatie van het plangebied in de loop van de jaren steeds dichterbij de stedelijke kern van Weert komen te liggen. Met het toenemen van de (industriële) werkgelegenheid in het gebied ontstond immers behoefte aan woningbouw in Weert, en binnen de historische kern waren de mogelijkheden hiervoor beperkt. Waar aanvankelijk deze woningbehoefte gerealiseerd werd in de vorm van relatief ongereguleerde lintbebouwing langs de uitgaande wegen zoals de Roermondseweg. Later, in de jaren '70 en '80 ontstonden er meer gestructureerde woningbouwprojecten naar het oosten en het zuiden. Het plangebied zelf, en ten oosten en zuiden van het plangebied is het oorspronkelijke akkerbouwgebied wel intact gebleven.

2.3 Ruimtelijke en functionele structuur

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0004.png"

Luchtfoto van de locatie Koekoeksweg 6a-7

Het plangebied is gelegen aan de rand van de stedelijke kern van Weert. Het landelijk gebied Moesdijk wordt gescheiden van dit verstedelijkt gebied door de spoorlijn Weert - Roermond, de provinciale Roermondseweg (N280) en de Ringbaan-Oost (N292). De Koekoeksweg zelf betreft een relatief smalle doodlopende bestemmingsweg, die via de Moesdijk ten oosten van het plangebied ontsloten is op de doorgaande Roermondseweg. Ten noorden van het plangebied, aan de directe overzijde van de spoorlijn, is het bedrijventerrein Roermondseweg - Moesdijk gevestigd. Ten zuiden en ten oosten van de voornamelijk agrarische structuur aan de Koekoeksweg liggen de gronden van het natuurgebied de Moeselpeel en Kootspeel. Hiermee ligt het plangebied ruimtelijk gezien ingesloten tussen de stedelijke structuur van de kern van Weert en natuurgebied.

In het plangebied zelf zijn aan de Koekoeksweg 7 de gronden in gebruik ten behoeve van de paardenhouderij. Deze paardenhouderij betreft een internationaal opleidingscentrum & training- en handelsstal voor paarden en pony's en beschikt over de nodige faciliteiten voor de wedstrijdmensport als tweespanrijder. Binnen het bouwvlak is een rijhal opgericht van circa 2.700 m2. Aan de voorzijde van deze rijhal zijn planologisch-juridisch (ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stageverblijf') in totaal vijf stageverblijven voor stagiaires mogelijk. Daarnaast is er op de locatie ook ee n bedrijfsgebouw van ca. 1.600 m2 gerealiseerd. Ook is er een stapmolen en een bedrijfswoning aanwezig op de locatie. Verder ligt aan de achterzijde van het agrarische bedrijf, tegen de spoorlijn, een chalet met berging. Dit chalet wordt enkel gebruikt voor het tijdelijk verblijf van medewerkers van de paardenhouderij.

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0005.png"

Koekoeksweg 7 (rijhal, bedrijfswoning, stapmolen)

Aan de overzijde van de Koekoeksweg is het voormalige terrein van de plaatselijke voetbalclub DESM gelegen. Na de verhuizing van DESM na een nieuwe locatie aan de Kaaskampweg, zijn deze gronden niet meer in gebruik door de voetbalclub, maar wel als zodanig bestemd. Op deze locatie staat momenteel nog een voetbalkantine en kleedlokalen. Verder is het sportcomplex als zodanig nog herkenbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0006.png"

Koekoeksweg 6a (voormalige voetbalkantine en kleedlokalen)

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0007.png"

Sportcomplex

2.4 Planvoornemen

De initiatiefnemer heeft de voormalige kleedlokalen van DESM in gebruik als locatie voor drie stageverblijven ten behoeve van de paardenhouderij aan de Koekoeksweg 7. Hiermee verdwijnen deze stageverblijven op de locatie Koekoeksweg 7, waardoor hier nog ruimte is voor twee stageverblijven. Per saldo blijft het aantal stageverblijven gelijk (in totaal 5 verblijven). Echter door de verplaatsing van het chalet dat tevens ingezet kan worden als stageverblijf neemt het aantal met 1 verblijf toe. De stageverblijven zijn in de huidige situatie enkel mogelijk op de gronden met de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stageverblijf' op de locatie Koekoeksweg 7. Het realiseren van stageverblijven binnen het gebouw aan de Koekoeksweg 6a en het chalet is niet mogelijk binnen de huidig geldende bestemming 'Sport' (Buitengebied 2011).

De voormalige kantine van DESM is momenteel in gebruik als kantine en leslokaal voor de stagiaires. Daarnaast wordt de kantine met sportveld gebruikt voor het houden van (trainings)wedstrijden. Dit betreffen ongeveer 15 (trainings)wedstrijden per jaar, waarbij circa 20 tot 40 aanspanningen deelnemen. Hierbij zijn behalve stagiaires en trainers weinig tot geen publiek bij aanwezig. Tijdens een (trainings)wedstijd zijn tussen de 70 tot 100 personen aanwezig. De voormalige kantine wordt dan tevens gebruikt voor wedstrijdleiding en het serveren van eten en drinken aan het publiek. Dit is in feite vergelijkbaar met de situatie toen er nog wekelijks trainingen en voetbalwedstrijden op het sportveld plaatsvonden. De (trainings)wedstrijden en het gebruik van de kantine zijn weliswaar aan sport gerelateerde activiteiten maar door het incidentele karakter wordt dit (meer) gezien als een kleinschalig evenement. Het houden van degelijk kleinschalige evenementen is eveneens niet passend binnen de huidig geldende bestemming 'Sport' (buitengebied 2011).

Verder is er op het achterterrein, tegen de spoorlijn, een chalet met berging gelegen. Dit chalet wordt gebruikt voor het tijdelijk verblijf van medewerkers van de paardenhouderij. Het chalet wordt dan met name gebruikt voor tijdelijk verblijf overdag of als een beroep wordt gedaan op deze medewerkers bij veulengeboorte of koliek bij paarden dan wel bewaking bij afwezigheid. Het chalet is qua gebouw en gebruik strijdig met de huidig geldende bestemming 'Agrarisch'. Vanwege de ligging van het chalet in het plasbrandaandachtsgebied is het wenselijk om het chalet te verplaatsen naar het agrarisch bouwvlak naast de rijhal, waar het aangemerkt wordt als als kantine voor kortstondig verblijf c.q. pauzeren van personeel dan wel stageverblijf.

Om deze reden voorziet het planvoornemen in een herbestemming van de bestemmingen. De bestemming 'Sport' ter plaatse van de voormalige kleedlokalen en kantine wordt gewijzigd in de bestemmign 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf. Hierdoor is deze gelijk met de bestemming ten noorden van de weg op de Koekoeksweg 7 (Agrarisch - Agrarisch bedrijf). Het bouwvlak in combinatie met de functieaanduiding ter plekke van het gebouw aan de Koekoeksweg 6a wordt gekoppeld aan het bouwvlak aan de Koekoeksweg 7 om duidelijk te maken dat hier sprake is van een bijelkaar behorend bouwvlak waar net als in de huidige planologisch-juridische situatie maximaal vijf stageverblijven zijn toegestaan ten behoeve van de paardenhouderij. De stageverblijven aan de Koekoeksweg 6a zijn binnen de bestaande bebouwing van de voormalige kleedlokalen gerealiseerd. Er zijn hiermee geen bouwkundige ingrepen gedaan. Ruimtelijk gezien is er geen sprake van een andere situatie.

De bestaande bebouwing van de voormalige kantine wordt eveneens herbestemd als 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' en voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - leslokaal' zodat het gebruik als leslokaal en ondergeschikte horeca (kantine) bij (trainings)wedstrijden voor het serveren van eten en drinken aan het publiek planologisch-juridisch is toegestaan. Ook hiermee is geen sprake van een 'andere' (ruimtelijke) situatie. De bestemming 'Sport' van het voormalig sportveld wordt gewijzigd naar de bestemming 'Agrarisch' in combinatie met de aanduiding 'evenemententerrein'. Ter plaatse van deze aanduiding worden incidenteel (trainings)wedstijden met publiek op kleinschalig niveau toegestaan. Ook hiermee is ruimtelijk gezien geen sprake van een andere situatie ten opzichte van het voormalige sportcomplex. Het grote verschil is dat de activiteiten op het voormalige sportveld niet meer wekelijks plaatsvinden.

Het chalet wordt aangeduid als kantine en stageverblijf binnen het agrarisch bouwvlak.

Concreet betekent dit planologisch-juridisch gezien het volgende:

  • Het herbestemmen van de huidige bestemming 'Sport' naar de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' ter hoogte van de bebouwing aan de Koekoeksweg 6a.
  • Het mogelijk maken van stageverblijven op de locatie Koekoeksweg 6a middels een functie- en maatvoeringsaanduiding voor 3 stageverblijven;
  • Het verlagen van het aantal toegestane stageverblijven op de locatie Koekoeksweg 7 van 5 naar 2 verblijven, zodat het maximum van 5 stageverblijven ten behoeve van de paardenhouderij op de locatie per saldo gelijk blijft, maar door de verplaatsing van het chalet met 1 verblijf toeneemt waardoor het totaal op 6 verblijven komt;
  • Het mogelijk maken van het verstrekken van eten en drinken tijdens trainingswedstrijden vanuit de voormalige kantine middels een functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - leslokaal';
  • Het koppelen van de bouwvlakken aan de Koekoeksweg 6a en 7 middels een figuur 'relatie' (zogenaamd koppelteken);
  • Het herbestemmen van de huidige bestemming 'Sport' naar de bestemming 'Agrarisch' ter hoogte van het voormalig sportveld;
  • Het mogelijk maken van incidentele trainingswedstrijden ter plaatse van het voormalige sportveld middels een functie aanduiding 'evenementenrerrein';
  • Het opnemen van de aanduidingen specifieke vorm van agrarisch - kantine en specifiek vorm van agrarisch - stageverblijf (1 stuks) binnen het agrarisch bouwvlak naast de rijhal ten behoeve van de verplaatsing van het chalet.

2.5 Herzien geldend bestemmingsplan

Het planvoornemen bestaat uit de bestemmingplanherziening op de gronden van de voormalige kleedlokalen/kantine met sportveld. Aan de voormalige kleedlokalen op de locatie Koekoeksweg 6a wordt de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bouwvlak' met bijbehorend bouwvlak en de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stageverblijven toegekend. Voor het creëren van de relatie met het bouwvlak aan de Koekoeksweg 7 middels een figuur 'relatie' (zogenaamd koppelteken). Hiermee wordt voorzien in een adequate planologisch-juridische regeling voor de Koekoeksweg 6a om zodoende de gerealiseerde 3 stageverblijven aan de Koekoeksweg 6a mogelijk te maken en dit aantal aan stageverblijven op de locatie Koeksoeksweg 7 weg te bestemmen.

De kantine wordt eveneens bestemd als 'Agrarisch - Agririsch bedrijf' met bijbehorend bouwvlak en de aanduiding 'specifieke vorm van agarisch - leslokaal', zodat het gebruik als leslokaal en ondergeschikte horeca bij evenementen (traningswedstrijden) planologisch-juridisch mogelijk wordt gemaakt met dit bestemmingsplan.

Het resterende deel van het voormalig sportcomplex, zijnde het sportveld, wordt bestemd als 'Agrarisch' met de aanduiding 'evenemententerrein' zodat de (trainings)wedstrijden in combinatie van het gebruik van de voormalige kantine ook planologisch-juridisch mogelijk wordt gemaakt.

Tot slot wordt voor de verplaatsing van het chalet de aanduidingen specifieke vorm van agrarisch - kantine en specifieke vorm van agrarisch - stageverblijf (1 stuks) binnen het agrarisch bouwvlak naast de rijhal opgenomen ten behoeve van de verplaatsing van het chalet.

Deze wijzigingen van de bestemming 'Sport' naar de bestemmingen 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' dan wel 'Agrarisch' en de 'uitwisseling' van het aantal stageverblijven en het overig beoogde gebruik (leslokaal, ondergeschikte horeca en evenementen c.q. trainingswedstrijden, tijdelijk verblijf werknemers) is niet mogelijk binnen het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011'. Een herziening van het bestemmingsplan is daarom benodigd.

Hoofdstuk 3 Beleidskaders

3.1 Rijks- en provinciaal beleid

Het planvoornemen voorziet in het wijzigen van de bestemming ter plekke van de locatie Koekoeksweg 6a en het planologisch-juridisch regelen van de huidige situatie op deze locatie (stageverblijven, leslokaal, ondergeschikte horeca, evenementen c.q. trainingswedstrijden, tijdelijk verblijf werknemers). De stageverblijven zijn gerealiseerd binnen de voormalige kleedlokalen. De voormalige kantine wordt gebruikt als leslokaal voor de stagiaires en als ondergeschikte horeca op het moment dat er (trainings)wedstrijden plaatsvinden op het voormalig sportveld.

Er is daarmee geen sprake van uitbreiding van bebouwing. Het gebruik van de voormalige kantine voor ondergeschikte horeca bij (trainings)wedstrijden is vergelijkbaar met het gebruik als kantine bij een sportcomplex. Echter dan is het wekelijks en nu is het maximaal 15 keer per jaar. Hetzelfde geldt in principe voor het sportveld. Het gebruik van het voormalig sportveld voor een parcours mat aanspanningen is qua gebruik eveneens vergelijkbaar met een voetbalwedstrijd. Ook hiervan is de intensiteit (wekelijks versus maximaal 15 keer per jaar) minder. Het chalet wordt verplaatst om het als kantine voor korstondige verblijf c.q. pauzeren van personeel te gebruiken dan wel als stageverblijf. De ruimtelijke situatie blijft ter plaatse daarmee ongewijzigd. Door de ondergeschiktheid c.q. kleinschaligheid van de planologisch-juridische aanpassing en er geen bouwwerkzaamheden plaatsvinden, zijn er geen strijdigheden met Rijksbeleid en provinciaal beleid te verwachten.

3.2 Gemeentelijk beleid

Het gemeentelijk beleid ten aanzien van stageverblijven ten behoeve van paardenhouderijen is doorvertaald in de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011'. Stageverblijven zijn rechtstreeks toegestaan daar waar aangeduid en in het aangegeven aantal. Indien geen sprake is van stageverblijven kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning hiervan afwijken voor het toestaan van stageverblijven of het toestaan van stageverblijven elders dan uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – stageverblijven', mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • de noodzaak daartoe wordt aangetoond;
  • natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen en het aangrenzende woon- en leefmilieu niet onevenredig worden aangetast;
  • dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind;
  • maximaal 3 wooneenheden voor in totaal maximaal 6 personen zijn toegestaan;
  • het oppervlak van een wooneenheid maximaal 55 m² bedraagt;
  • de stageverblijven binnen bestaande bebouwing worden opgericht en er geen sprake mag zijn van zelfstandige wooneenheden;
  • er geen milieuhygiënische beperking in de agrarische bedrijfsvoering plaatsvindt van nabij gelegen agrarische bedrijven.

In onderhavige situatie zijn op de locatie planologisch-juridisch 5 stageverblijven toegestaan. Hiervan zijn inmiddels 3 stageverblijven gerealiseerd op de locatie Koekoeksweg 6a. Om te waarborgen dat het totaal aantal stageverblijven gelijk blijft worden op de locatie Koekoeksweg 7 hetzelfde aantal van 3 stageverblijven wegbestemd. Echter door de verplaatsing van het chalet neemt het aantal stageverblijven met 1 verblijf toe. Door de kwaliteitsverbetering van de verplaatsing van het chalet is het een gewenste ontwikkeling in afwijking van het gemeentelijk beleid ten aanzien van stageverblijven.

Ten aanzien van het verplaatsen en beoogde gebruik van het chalet en het hergebruik c.q. functieverandering van het overige deel van het sportcomplex (voormalige kantine met sportcomplex) geldt geen specifiek gemeentelijk beleid.

Hoofdstuk 4 Milieu- en omgevingsaspecten

4.1 Inleiding

Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien de beleidsvelden naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling, dient onderzocht te worden welke milieuaspecten daarbij een rol kunnen spelen. Het is daarnaast van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals woningen.

Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op verschillende onderzoeks- en milieuaspecten welke van belang zijn in het kader van een goede ruimtelijke ordening.

4.2 Bedrijven- en milieuzonering

Bij de ontwikkeling van nieuwe functies dient rekening gehouden te worden met milieuzoneringen van bestaande en toekomstige bedrijven en inrichtingen om zodoende de kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering, editie 2009. In deze publicatie wordt per soort bedrijf aangegeven wat de milieu-invloed op de omgeving is en welke indicatieve afstand hierbij minimaal in acht moet worden genomen. Van deze indicatieve afstand kan worden afgeweken indien op basis van een onderzoek de daadwerkelijke afstand kan worden bepaald.

Een goede milieuzonering dient dus twee doelen:

  • het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar voor woningen;
  • het tegelijk daarmee aan bedrijven voldoende zekerheid bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.

Het planvoornemen voorziet in de wijziging van de bestemming ter hoogte van de voormalige kleedlokalen/kantine met sportveld aan de Koekoeksweg 6a, waarbij de gerealiseerde stageverblijven, kantine en sportveld voorzien worden van een adequate planologisch-juridische regeling. Tevens wordt hetzelfde aantal stageverblijven wegbestemd ter plaatse van de Koekoeksweg 7. Daarnaast wordt het chalet verplaatst en in gebruik genomen als kantine voor kortstondig verblijf c.q. pauzeren van personeel dan wel stageverblijf binnen het agrarisch bouwvlak. De ruimtelijke situatie wijzigt hierdoor niet. Er wordt hiermee dus geen hindergevoelig object aan de omgeving toegevoegd. Met de bestemmingswijziging wordt invulling gegeven aan de feitelijke situatie. Om deze reden levert het aspect bedrijven- en milieuzonering geen belemmering op voor het planvoornemen.

4.3 Bodem

Op basis van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn gemeenten verplicht om in de toelichting bij een bestemmingsplan een paragraaf over de bodemkwaliteit op te nemen. In deze paragraaf dient gemotiveerd te worden of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van de bodem. Uitgangspunt van een goede ruimtelijke ordening is dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde bestemming en de daarin toegestane gebruiksvormen. Zo mag een eventuele aanwezige bodemverontreinigin geen onaanvaardbaar risico opleveren voor de gebruikers van de bodem en mag de bodemkwaliteit niet verslechteren door grondverzet.

Met de realisatie van de stageverblijven in de bestaande bebouwing van de voormalige kleedlokalen hebben geen bodemingrepen plaatsgevonden binnen het plangebied. Ook ten aanzien van de kantine met sportveld en het chalet vinden geen bodemingrepen plaats binnen het plangebied. Ook vindt er geen wijziging in de gebruiksvorm plaats waarbij nadere toetsing van de bodemkwaliteit benodigd is.

4.4 Geluid

Ten aanzien van het aspect geluid zijn de regels uit de Wet geluidhinder (Wgh) van toepassing. De Wgh voorziet rond (gezoneerde) industrieterreinen, langs wegen en langs spoorwegen in zones en bevat tevens geluidsnormen en richtlijnen met betrekking tot de toelaatbare geluidsniveaus van de voorgenoemde geluidsbronnen. Indien een bestemmingsplan een geluidsgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron, of indien het plan een nieuwe geluidsbron of wijziging van een bestaande geluidsbron (aanpassing weg) mogelijk maakt, dient volgens de Wgh een akoestisch onderzoek plaats te vinden bij het voorbereiden van de vaststelling van het bestemmingsplan.

De bestemmingsplanherziening betreft enkel een planologische-juridische functiewijziging van het voormalig sportcomplex (kleedlokalen, kantine en sportveld) op basis van de bestaande situatie. In de voormalige kleedlokalen zijn de stageverblijven binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd en worden niet permanent bewoond. De maximale duur van een stageverblijf bedraagt tussen de 1 en 4 maanden. Er is daardoor steeds sprake van wisseling van bewoners. Het chalet wordt enkel gebruikt als overblijfruimt voor kortstondig verblijf van personeel dan wel stageverblijf. Er is dan ook geen sprake van geluidsgevoelige objecten in het kader van de Wet geluidhinder en vindt er een kwaliteitsverbetering plaats omdat het chalet op grotere afstand van het spoor wordt geplaatst. Daarnaast is er geen sprake van het oprichten van nieuwe gebouwen en zijn de stageverblijven op ongeveer dezelfde afstand van de koekoeksweg gesitueerd als in de huidige plangologisch-juridische situatie is toegestaan. Tevens zijn de stageverblijven op een grotere afstand gelegen ten opzichte van het spoor dan nu planologisch-juridisch is toegestaan en is sprake van een afschermende werking door de bestaande bebouwing. Verder is de verkeersintensiteit op de Koekskoeksweg laag aangezien hier alleen bestemmingsverkeer komt en het een doodlopende weg is. Het woon- en leefklimaat wordt derhalve in voldoende mate gewaarborgd. Met het planvoornemen (leslokaal, ondergeschikte horeca, evenementen c.q. trainingswestrijden, tijdelijk verblijf werknemers) worden verder ook geen nieuwe geluidgevoelige objecten toegevoegd aan het plangebied. Bij de (trainings)wedstrijden ter plaatse van het voormalige sportveld wordt géén gebruik gemaakt van geluidinstallaties. In de rijhal en de voormalige kantine zal wel gebruik worden gemaakt van een geluidinstallatie voor respectievelijk het omroepen van de deelnemers en mededelingen (rijhal) en de uitslag van de (trainings)wedstrijd (voormalige kantine). Dit vindt binnen de bestaande bebouwing plaats zodat de overlast richting omgeving zoveel mogelijk beperkt wordt. Gezien de kleinschaligheid van deze (trainings)wedstrijden en het beperkt aantal bezoekers is het gebruik van een geluidsinstallatie ter plaatse van het voormalige sportveld dit niet noodzakelijk. Dit wordt dus ondervangen door het omroepen binnen de bestaande bebouwing. Daardoor is er qua geluid geen sprake van enige impact op de omgeving. Het aspect geluid levert daarom geen belemmering op.

4.5 Geur

De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) is op 1 januari 2007 in werking getreden. Met de Wet geurhinder en veehouderij geldt één toetsingskader voor vergunningplichtige veehouderijen in de hele gemeente. Voor niet vergunningplichtige veehouderijen en overige agrarische niet vergunningplichtige bedrijven is het Activiteitenbesluit het toetsingskader.

De Wet geurhinder en veehouderij bevat normen en afstanden die bedrijven moeten aanhouden ten opzichte van geurgevoelige objecten. Daarnaast geeft de Wet geurhinder en veehouderij gemeenten de beleidsvrijheid om maatwerk te leveren dat is afgestemd op de ruimtelijke en milieuhygiënische feiten en omstandigheden in een concreet gebied en de gewenste (toekomstige) ruimtelijke inrichting.

Met de bestemmingsplanherziening worden geen geurgevoelige objecten op de locatie mogelijk gemaakt. Een stageverblijf is ten dienste van de paardenhouderij en daarmee vergelijkbaar met een bedrijfswoning als onderdeel van het agrarische bedrijf. De stageverblijven worden door de verplaatsing niet dichter bij andere veehouderijen (Gebleektesteeg 15, Haanheuvelweg 5 en Breijbaan 30) in de omgeving gesitueerd. Dit betreffen voormalige nertsenfokkerijen en een voormalige melkveehouderij. Hiervoor geldt een vaste afstand (buiten de bebouwde kom) van respectievelijk maximaal 200 meter (bij 6001 - 9000 fokteven) en 50 meter. Hieraan wordt ruimschoots gedaan. Daarnaast is ter plaatse van deze veehouderijen geen sprake meer van het houden van dieren. Deze 3 bedrijven zijn reeds geruime tijd gestopt waarbij de opstallen van de nertsenfokkerijen inmiddels gesaneerd zijn en ter plaatse van melkveehouderij nu sprake is van een fietscafé.

Daarnaast blijkt uit de kaart 'Beoordeling leefklimaat op basis van de indicatieve achtergrondbelasting t.a.v. geurhinder'van de gemeentelijke Gebiedsvisie Weert, Wet Geurhinder en Veehouderij dat het leefklimaat ter plaatse van het plangebied goed is. Concreet is hier de achtergrondbelasting tussen de 3,1 en 7,4 ou. De gezondheidsadvieswaarde die de GGD aanhoudt is 10 ou (achtergrondebelasting). De gemeente zelf gaat in haar gebiedsvisie uit van een norm van 14 ou voor het buitengebied. In beide gevallen wordt ruimschoots voldaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0008.png"

Uitsnede kaart 'Beoordeling leefklimaat op basis van de indicatieve achtergrondbelasting t.a.v. geurhinder'

De overige functies (leslokaal, ondergeschikte horeca, evenementen c.q. trainingswedstrijd, kantine) zijn vergelijkbaar, maar voldoen hier ook aan qua afstand en leefklimaat. Het aspect geur vormt daarom geen belemmering.

Wel zal er in het kader van het Activiteitenbesluit een melding worden gedaan. Dit staat verder los van het bestemmingsplan.

4.6 Luchtkwaliteit

Vanaf 15 november 2007 is de wetgeving op het gebied van luchtkwaliteit gewijzigd. Deze wetgeving is opgenomen in hoofdstuk 5 van de Wet Milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). Deze wijziging wordt ook wel kortweg de Wet Luchtkwaliteit 2007 genoemd. In artikel 5.16 van de gewijzigde Wet milieubeheer is vastgelegd onder welke voorwaarden bestuursorganen de bevoegdheden uit lid 2 mogen uitoefenen. Als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan vormen de luchtkwaliteitseisen geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid:

  • er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project leidt - al dan niet per saldo - niet tot een verslechtering van een grenswaarde;
  • een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, wat inhoudt dat door het project de luchtkwaliteit met minder dan 3% van de grenswaarde verslechtert;
  • een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), of binnen regionaal programma van maatregelen.

Aangezien de bestemmingsplanherziening enkel een bestemmingswijziging op de locaties Koekoeksweg 6a en 7 betreft , waarbij het aantal stageverblijven planologisch-juridisch gezien gelijk blijft, is er geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde. De ruimtelijke situatie en de verkeersaantrekkende werking van het aantal stageverblijven blijft gelijk. Tevens neemt de verkeersaantrekkende werking als gevolg van de nieuwe functies (maximaal 15 keer per jaar) af ten opzichte van het voormalige gebruik als sportcomplex (wekelijks). Het planvoornemen kan daarmee dan ook aangemerkt worden als niet in betekende mate.

Naast dat in het kader van goede ruimtelijke ordening onderbouwd moet worden aangetoond dat het planvoornemen niet voorziet in een significante verslechtering van de luchtkwaliteit, dient ook andersom onderbouwd te worden dat er ter plekke van het plangebied sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat met betrekking tot luchtkwaliteit. Om deze reden is de NSL monitoringstool beschouwd. De kaart van deze rekentool bevat rekenpunten, waarop de concentraties en normoverschrijdingsdagen van verschillende stoffen gemeten zijn (NOx, O3, NO2, PM10, PM2.5).

Ten aanzien van overschrijdingen van de grenswaarde van PM10, geldt dat het aantal normoverschrijdingsdagen ter hoogte van de locatie 7 en 8 dagen betreft ter hoogte van respectievelijk de Ringbaan Oost en de Roermondseweg. Dit is lager dan de toegestane grenswaarde van 35 normoverschrijdingsdagen, zoals bepaald in de Wet milieubeheer. Er kan dus voor de stageverblijven geconcludeerd worden dat er ter hoogte van het plangebied sprake is van een goed woon- en leefklimaat met betrekking tot fijn stof.

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0009.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0010.png"

Rekenpunten NSl tool Ringbaan Oost en Roermondsweg

Verder is voor de luchtkwaliteit de Grootschalige Concentratiekaart Nederland geraadpleegd. De achtergrondconcentratie is bepalend voor het woon- en leefklimaat ter plaatse van de stageverblijven. Ter plaatse van de 'nieuwe' stageverblijven, maar ook in de hele omgeving, is de achtergrondconcentratie PM10 op de gezondheidskundige advieswaarde (WHO-advieswaarde ) en de concentratie NO2 benadert de gezondheidskundige advieswaarde.

Wettelijke grenswaarden en WHO-advieswaarden:

PM10   Jaargemiddelde concentratie   40 µg/m3   EU-grenswaarde/ Wm  
PM10   Jaargemiddelde concentratie   15 µg/m3   WHO advieswaarde  
PM2,5   Jaargemiddelde concentratie   20 µg/m3   EU-grenswaarde/ Wm  
PM2,5   Jaargemiddelde concentratie     5 µg/m3   WHO advieswaarde  
NO2   Jaargemiddelde concentratie   40 µg/m3   EU-grenswaarde/ Wm  
NO2   Jaargemiddelde concentratie   10 µg/m3   WHO advieswaarde  

                    

Voor de actuele achtergrondconcentraties is de Atlas Leefomgeving geraadpleegd, jaar 2020. De fijnstof concentatie bedraag ter plaatse van het plangebied ongeveer 9 µg/m3

Binnen het plangebied liggen de concentraties ruim onder de wettelijke grenswaarden en rond de gezondheidskundige advieswaarden. Gezien de wet- en regelgeving voor veehouderijen (oa. de provinciale staleisen voor ammoniak) zullen de bronbijdragen door blijvende veehouderijen zeker niet toenemen in de toekomst, maar juist verder afnemen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0011.png"

Kaart Atlas Leefomgeving

Het aspect luchtkwaliteit levert daarom geen belemmering op.

4.7 Externe veiligheid

Externe veiligheid heeft betrekking op locaties waar een ongeval met gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden, waardoor personen die geen directe relatie hebben tot de risicovolle activiteit zouden kunnen komen te overlijden. Bij een ruimtelijk besluit voor het toelaten van (beperkt) kwetsbare objecten moet worden getoetst aan risiconormen en veiligheidsafstanden. Dit is met name relevant op korte afstand van risicobronnen. Indien een (beperkt) kwetsbaar object wordt toegelaten binnen het invloedsgebied van een belangrijke risicobron, moet ook het groepsrisico worden verantwoord. Bovendien is het van belang om af te wegen in hoeverre nieuwe risicobronnen binnen een plangebied worden toegestaan.

Voor de beoordeling van een ruimtelijk plan moet voor externe veiligheid worden vastgesteld of het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied van specifieke risicovolle inrichtingen, relevante transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of relevante buisleidingen. Toetsingskaders zijn het "Besluit externe veiligheid inrichtingen" (Bevi), het "Besluit externe veiligheid transportroutes" (Bevt) en het "Besluit externe veiligheid buisleidingen" (Bevb). Daarnaast zijn in het Vuurwerkbesluit en het Activiteitenbesluit milieubeheer veiligheidsafstanden genoemd die rond stationaire risicobronnen, niet zijnde een Bevi-inrichting, moeten worden aangehouden.

De bestemmingsplanherziening betreft enkel een planologisch-juridische functiewijziging op de locaties Koekoeksweg 6a en Koekoeksweg 7. Hiermee worden geen nieuwe kwetsbare objecten toegevoegd aan de omgeving. Het aantal stageverblijven blijft gelijk en het aantal personen dat gebruik maakt van het voormalige sportcomplex (kantine als leslokaal c.q. ondergeschikte horeca en sportveld voor evenementen c.q. trainingswedstrijden) neemt af. Dit komt met name door het incidentele gebruik (maximaal 15 keer per jaar) ten opzichte van het wekelijks gebruik als sportcomplex. Ook wordt met de bestemmingsplanherziening initieel geen uitbreiding van de paardenhouderij beoogd. Met het planvoornemen is er dus geen sprake van een toename van het aantal mensen dat tegelijkertijd verblijft op de locatie. Daarnaast neemt de veiligheid toe doordat het chalet vanuit het plasbrandaandachtsgebied verplaatst wordt naar het agrarisch bouwvlak (naast de rijhal).

In dat kader is ook advies ingewonnen bij de veiligheidsregio Limburg-Noord. Op 15 februari 2022 heeft de veiligheidsregio per brief advies uitgebracht (zie Bijlage 2). Hierin adviseerd de veiligheidsregio het volgende:

  • De bewoners van de stageverblijven moeten kennis hebben van de gevaren van de externe veiligheid scenario’s en weten wat te doen bij het optreden van deze scenario’s. Hierdoor kan het juiste handelingsperspectief gekozen worden, namelijk schuilen of vluchten.
  • Indien een of meerdere stageverblijven zijn voorzien van mechanische ventilatie, wordt geadviseerd om deze installatie te voorzien van een centrale voorziening (gemakkelijk te bereiken; bijvoorbeeld in de meterkast) om de ventilatie te kunnen uitschakelen bij een toxische scenario, zodat men in het gebouw veilig kan schuilen.

Het aspect externe veiligheid levert daarom geen belemering op.

4.8 Archeologie

In Europees verband is als wettelijk toetsingskader het zogenaamde "Verdrag van Malta" tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is, dient het bodemarchief met zorg ontsloten te worden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang vanaf het begin meewegen in de besluitvorming.

In de Erfgoedwet van 2016 is vastgelegd dat Rijk, provincies en gemeenten in ruimtelijke plannen rekening houden met het aspect 'archeologie'. De wet beoogt het archeologische erfgoed in hoofdzaak in situ te beschermen, en hierin staat vastgelegd wat onder cultureel erfgoed (waar archeologie onder valt) wordt verstaan.

Voor het archeologische beleid in Weert is de Archeologische beleidskaart Nederweert-Weert leidend, die voor het laatst geactualiseeerd is in 2018. Binnen deze beleidskaart is het gehele plangebied aangeduid als categorie 5: gebieden met een middelhoge archeologiche verwachting. Deze archeologische verwachting is in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011' vertaald door middel van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie middelhoog'. Voor gebieden gelegen binnen deze gronden geldt een onderzoeksplicht bij een vertoringsdiepte van meer dan 40 cm en een verstoringsoppervlakte van meer dan 250 m2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0012.png"

Archeologische verwachtingskaart (2018)

De bestemmingsplanherziening betreft enkel een planologisch-juridische functiewijziging op de locaties Koekoeksweg 6a en Koekoeksweg 7. Het betreft het adequaat regelen van de gerealiseerde stageverblijven aan de Koekoeksweg 6a en het weg bestemmen van hetzelfde aantal stageverblijven aan de Koekoeksweg 7, waardoor het aantal stageverblijven per saldo gelijk blijft. Tevens worden de voormalige kantine met sportveld en het chalet voorzien van een adequate planologisch regime conform het huidige en beoogde gebruik. Er vinden hierbij geen bouwingrepen ingrepen plaats. Hiermee is er geen strijdigheid te verwachten met de geldende archeologische beleidsregels op de planlocatie. Het aspect archeologie levert geen belemmeringen op. De geldende dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie middelhoog' wordt in dit bestemmingsplan overgenomen.

4.9 Cultuurhistorie

Per 1 september 2017 is de Erfgoedwet in werking getreden. In een bestemmingsplan dient op grond van het Bro artikel 3.1.6 een beschrijving te worden opgenomen hoe met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten, rekening is gehouden. Ook de facetten historische bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.

Het plangebied is gelegen binnen het buurtschap Moesdijk. Oorspronkelijk was dit een buurtschap behorend bij het dorp Leuken, maar door de stedelijke ontwikkeling van Weert in de jaren '70 en '80, is de kern van het dorp Leuken geagglomereerd met Weert (zie par. 2.2). Door deze ontwikkelingen is de kern van Weert steeds meer richting het buurtschap Moesdijk gegroeid.

Voor een cultuurhistorische inventarisatie is de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Limburg geraadpleegd. Hieruit blijkt dat bestaande bebouwing van de voormalige kleedlokalen, kantine en chalet geen cultuurhistorische waarde heeft. Deze bebouwing is niet aangemerkt als een rijks- dan wel gemeentelijk monument De Koekoeksweg wordt op basis van deze waardenkaart aangemerkt als een cultuurhistorisch element (weg ouder dan 1808). Met de realisatie van de stageverblijven in de bestaande bebouwing van de voormalige kleedlokalen, het gebruik van de kantine als leslokaal/ondergeschikte horeca en het chalet als kantine voor kortstondig verblijf c.q. pauzeren van personeel dan wel stageverblijf wordt deze cultuurhistorische waarde van de Koekoeksweg niet aangetast. Er vinden geen (bouw)ingrepen plaats ter hoogte van het straatbeeld. De ruimtelijke situatie wijzigt ter plaatse niet. Gelet op dit levert het aspect cultuurhistorie geen belemmering.

4.10 Natuur

In het kader van de Wet natuurbescherming dient onderzocht te worden of de bestemmingsplanherziening negatieve effecten heeft op (omliggende) beschermde natuurgebieden en beschermde soorten.

4.10.1 Natuurgebieden

Natura 2000

Het plangebied is niet gelegen binnen een Natura 2000-gebied. Dichtstbijzijnd Natura 2000-gebied is het gebied 'Sarsven en De Banen', gelegen op circa 3,7 km ten noordoosten van het plangebied. Gezien deze relatief verre ligging van het plangebied en de kleinschaligheid van de bestemmingsplanherziening, kunnen negatieve effecten op Natura 2000-gebieden met betrekking tot geluid, licht en trillingen worden uitgesloten.

De bestemmingsplanherziening betreft enkel een planologisch-juridische wijziging qua gebruik en bevat geen bouwactiviteiten. Ook heeft de bestemmingsplanherziening geen toename aan verkeersgeneratie van en naar het plangebied tot gevolg. Het betreft enkel een functiewijziging van een bestaande gebouw waarbij de voormalige kleedlokalen worden gebruikt als stageverblijven en de voormalige kantine als leslokaal. Het betreft enkel een functionele wijziging die gezien de afstand tot het dichtsbijzijnde Natura 2000-gebied geen effecten heeft qua licht, trilling en geluid.

Om eventuele negatieve effecten ten aanzien van stikstofdepositie op de instandhoudingsdoelstellingen van nabij gelegen Natura 2000 gebieden uit te sluiten, dient derhalve een Aerius berkening te worden uitgevoerd voor de stikstofemissies die deze activiteiten genereren. Indien negatieve effecten voor deze activiteiten op Natura 2000 gebieden zijn uit te sluiten, dan geldt op basis van de Wet Stikstofreductie en Natuurherstel een vrijstelling voor de beoordeling van effecten tijdens de aanlegfase.

Voor de berekening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Er is sprake van 15 trainingswedstrijden per jaar met maximaal 100 bezoekers. In een worst-case scenario komen al deze bezoekers individueel met een auto en leidt dat per evenement tot 200 verkeersbewegingen. Op jaarbasis daarmee worst-case 3000 verkeersbewegingen;
  • Het te verplaatsen chalet zal worden gebruikt als kantine voor kortstondig verblijf c.q. pauzeren van personeel dan wel stageverblijf. Dit is incidenteel c.q. tijdelijk. Uitgaande van eventuele permanente bewoning van het chalet (in een worst case situatie) leidt dit op basis van CROW cijfers (cat. kleine eenpersoonswoning, buitengebied, weinig stedelijk gebied) tot ca. 3 verkeersbewegingen per etmaal;
  • Bij de berekening van de verkeersgeneratie in de Aerius calculator dient bepaalt te worden waar de verkeersstroom die het planvoornemen genereert op zal gaan in het heersende verkeersbeeld. Voor de planlocatie en de plaatselijke verkeerstechnische situatie is het aannemelijk dat het verkeer veelal over de Koekoeksweg in de richting van de Breijbaan zal afwikkelen. Eenmaal op de Breijbaan kan worden aangenomen dat het verkeer op is gegaan in het heersende verkeersbeeld. Er wordt aangenomen dat het verkeer op dit traject een stagnatie van 10% ervaart.

De berekening van de gebruiksfase, in een worstcase situatie, op basis van bovenstaande uitgangspunten heeft geen rekenresultaten opgeleverd groter dan 0,00 mol/ha/jaar op een van de hexagonen gelegen in Natura 2000 gebieden, Bijlage 1. Negatieve effecten ten aanzien van de instanhoudingsdoelstellingen voor Natura 2000 gebieden kunnen daarmee op voorhand worden uitgesloten. Op basis van de Wet Stikstofreductie en Natuurherstel mag de aanlegfase daarmee worden uitgesloten van beoordeling en bestaat er geen vergunningplicht voor de Wnb.

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0013.png"

Ligging plangebied ten opzichte van Natura 2000-gebieden

Natuurnetwerk Nederland (NNN)

Het plangebied is aan de rand gelegen van gronden beschermd door het Natuurnetwerk Nederland, die ten zuiden van het plangebied zijn gelegen (afstand circa 170 m). Dit zijn de beschermde natuurgebieden van de Moeselpeel en de Kootspeel. Deze beschermde natuurgebieden behoren deels bij de bronsgroene landschapszone en deels bij de goudgroene natuurzone. Gezien de bestemmingsplanherziening enkel een planologisch-juridische functiewijziging op de Koekoeksweg 6a en 7 betreft, waarbij reeds sprake is van een bestaande situatie, is er geen aantasting van de instandhoudingsdoelen van deze natuurgebieden te verwachten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0014.png"

Ligging plangebied ten opzichte van NNN-gebieden

4.10.2 Soortenbescherming

Om schade aan de habitats van beschermde soorten te voorkomen, dienen de gevolgen van het aspect soortenbescherming inzichtelijk gemaakt te worden. Dit betreft mogelijke negatieve effecten of soorten die beschermd zijn door par. 3.1, 3.2 en 3.3 van de Wet natuurbescherming.

Met de bestemmingsplanherziening vindt enkel een functiewijziging binnen het plangebied plaats. De stageverblijven in de voormalige voetbalkantinen en kleedlokalen zijn gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing. De buitenmuren en dak zijn hierbij ongewijzigd gebleven. Er is alleen sprake van een interne bebouwing. Ook zorgt het gebruik als stageverblijven, leslokaal, ondergeschikte horeca en (trainings)wedstrijden aan de Koekoeksweg 6a niet voor een wezenlijk ander functiegebruik op deze locatie, ten opzichte van het voormalige gebruik als sportcomplex, wat mogelijk negatieve effecten veroorzaakt voor beschermde soorten. Er wordt geen bebouwing gesloopt en tevens wordt er geen beplanting dan wel bomen gerooid. De aanwezige beplanting in de vorm van een houtsingel langs de Koekoeksweg en ten oosten van het voormalige voetbalveld blijft ongewijzigd.Het aspect soortenbescherming levert daarom geen belemmering op.

4.11 Verkeer en parkeren

Met betrekking tot de bestemmingsplanherziening dienen de eventuele gevolgen voor de verkeersstructuur alsmede de nieuwe parkeersituatie inzichtelijk te worden gemaakt. De bestemmingsplanherziening voorziet enkel in een planologisch-juridische functiewijziging, waarbij drie stageverblijven zijn gerealiseerd aan de Koekoeksweg 6a, ten zuiden van de straat, en twee stageverblijven behouden blijven aan de Koekoeksweg 7, ten noorden van de straat. De Koekoeksweg zelf is een smalle bestemmingsweg, die ten westen van het plangebied doodloopt c.q. overgaat in een fietsstraat.

De bestemmingsplanherziening maakt een beperkte toename van het aantal stageverblijven (1 stuks) mogelijk. Ook het gebruik van de kantine als leslokaal en voor ondergeschikte horeca bij (trainingswedstijden) alsmede het houden van (trainings)wedstrijden leidt niet tot extra verkeer ten opzichte van het wekelijks gebruik als sportcomplex. Er is derhalve geen verandering van verkeersgeneratie van en naar het plangebied te verwachten. De parkeervoorzieningen hoeven tevens, gezien de karakteristiek van de Koekoeksweg ook niet anders ingericht te worden ten behoeve van de verplaatsing van drie stageverblijven naar een locatie ten zuiden van de weg. Op eigen terrein is voldoende ruimte aanwezig om in de noodzakelijke parkeerplaatsen te voorzien binnen de agrarische bedrijfsbestemming, zowel voor de rijhal, naast de rijhal, op het binnenterrein dan wel aan de voorzijde van de voormalige kleedruimten waarin de stageverblijven zijn gerealiseerd.

Tijdens de (trainings)wedstrijden kunnen de vrachtwagens dan wel wagens met trailers aan de achterzijde van de rijhal dan wel agrarische bedrijfsbebouwing geparkeerd worden. Binnen het agrarisch bouwvlak is hier voldoende ruimte (2.100 m2) voor ongeveer 25 tot 40 vrachtswagens c.q. wagens met trailers. Dit gedeelte van het agrarisch bouwvlak is bereikbaar via de inrit aan de rechterzijde gezien vanuit de Koekoeksweg. De rijtuigen met paarden worden dan in de rijhal ingespannen en via de voorzijde kunnen deze dan naar de overzijde van de Koekoeksweg om deel te nemen aan de (trainings)wedstrijd. Eventuele bezoekers kunnen parkeren aan de voorzijde van de rijhal waar ruimte is voor ongeveer 10 tot 20 auto's.

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0015.png"

Parkeermogelijkheden binnen het agrarisch bouwvlak

afbeelding "i_NL.IMRO.0988.BPKoekoeksweg6a7-VA01_0016.png"

Parkeren op eigen terrein ter plaatse van voorterrein rijhal

De bestemmingsplanherziening heeft dus geen implicatie op de verkeerskundige situatie aan de Koekoeksweg of op de parkeernormering. De aspecten verkeer en parkeren leveren geen belemmering op.

4.12 Waterhuishouding

Op grond van het Besluit ruimtelijjke ordening (Bro) moet in de toelichting van ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen. Hierin dient beschreven te worden hoe rekening is gehouden met de gevolgen en het ruimtelijk plan voor de waterhuishouding.

Gezien de bestemmingsplanherziening enkel een planologische-juridische functiewijziging betreft op de locaties Koekoeksweg 6a en 7, worden er geen waterhuishoudkundige ingrepen gedaan op deze locaties. De stageverblijven zijn gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing van de voormalige kleedlokalen. Ook de kantine en het te verplaatsen chalet blijven in hun huidige omvang bestaan. Het sportveld blijft onverhard. Het verhard oppervlak neemt hierdoor niet toe. Hiermee verandert er niets aan de waterberging van het plangebied.

Hoofdstuk 5 Juridische toelichting

5.1 Inleiding

Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het plan. Verbeelding en regels dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.

5.2 De regels

De regels bepalen de gebruiksmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied en geven tevens de bouw- en gebruiksmogelijkheden met betrekking tot bouwwerken aan. De regels van het bestemmingsplan 'Koekoeksweg 6a-7, Weert' zijn opgebouwd conform de door de SVBP2012 voorgeschreven systematiek en zijn gebaseerd op de regels van het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied 2011'. De regels omvatten inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels, en ten slotte de overgangs- en slotregels.

1. Inleidende regels

Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft het artikel 'begripsbepalingen' waarin is toegelicht wat onder bepaalde begrippen wordt verstaan. Het tweede artikel is 'Wijze van meten', waarin is aangegeven hoe de benoemde maatvoering moet worden gemeten.

2. Bestemmingsregels

Dit hoofdstuk betreft een nadere verklaring van de bestemmingen die op de verbeelding zijn aangegeven. De regels van een bestemming kennen een standaardopbouw en worden als volgt benoemd:

  • Bestemmingsomschrijving (in elk bestemmingsplan);
  • Bouwregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Nadere eisen (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Afwijken van de bouwregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Specifieke gebruiksregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Afwijken van de gebruiksregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (bestemmingsplanafhankelijk)

De gehanteerde bestemming ('Agrarisch -Agrarisch bedrijf') is in paragraaf 5.4 kort toegelicht.

3. Algemene regels

In dit hoofdstuk zijn regelingen, waaronder (mogelijke) flexibiliteitsbepalingen in de vorm van afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden, opgenomen die zijn bedoeld voor meer dan één bestemming.

4. Overgangs- en slotregels

Binnen de overgangsbepalingen is geregeld dat bouwwerken en plannen die (legaal) bestaan op het moment dat het bestemmingsplan in werking treedt, maar die in strijd zijn met het bestemmingsplan, mogen worden herbouwd mits er geen veranderingen plaatsvinden in aard en omvang. In de slotregel is de officiële naam van het bestemmingsplan genoemd. Deze naam moet worden gebruikt om te verwijzen naar het plan.

5.3 Bestemming 'Agrarisch'

5.3.1 Het beleid

Binnen de bestemming zijn gronden gelegen die gebruikt mogen worden voor het reguliere agrarisch bedrijfsmatige gebruik. Het beleid voor dit gebied is primaire gericht op:

  • Het behoud van cultuurgronden als basis voor de agrarische bedrijfsvoering.
  • Met het oog op het eventuele extensief recreatief medegebruik mogen, rekening houdend met de hiervoor genoemde agrarische doeleinden, kleinschalige voorzieningen worden gebouwd.
  • Met afwijking van de regels is het mogelijk om gronden en bestaande bebouwing te gebruiken voor natuureducatie en natuur- en landschapsbeheer.
  • Binnen de bestemming mag niet worden gebouwd, met uitzondering van omheiningen van hout (niet dicht), draad of gaas. Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden voor de bouw of aanleg van schuilgelegenheden, paardenbakken, stapmolens, containervelden, hagelnetten en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen.
  • Uitbreiding van bestaande agrarische bedrijven is toegestaan via een wijzigingsbevoegdheid mits dit gepaard gaat met verbetering van de gebiedskwaliteit. Hieraan zijn bestemmingsplan Buitengebied 2011 109 toelichting voorwaarden verbonden. Verder is wijziging naar de bestemming ‘Water’, ‘WaterstaatWaterlopen’, ‘Bos’ of ‘Natuur’ mogelijk.
  • Hobbymatig agrarisch gebruik is eveneens toegestaan.
  • Voor het uitvoeren van bepaalde werken is een omgevingsvergunning nodig. Dit is afhankelijk van de gebiedskwaliteiten en aanduidingen.

In aanvulling hierop is specifiek voor onderhavige situatie (ter plaatse van het voormalig sportveld) de aanduiding 'evenemententerrein' opgenomen om evenementen in de vorm van (trainings)wedstrijden mogelijk te maken.

5.4 Bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf'

5.4.1 Het beleid

De gemeente richt haar beleid op duurzame voortzetting van agrarische bedrijven en bedrijfsvoering, waarbij geldt:

  • Dat het beleid primair is gericht op het voeren van een volwaardig agrarisch bedrijf met een geheel of in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering. Het beheerskarakter staat daarbij voorop. Intensieve veehouderijen, intensieve kwekerijen en glastuinbouw zijn alleen toegestaan op de daarvoor aangeduide locaties. Nieuwvestiging is anders niet mogelijk.
  • Dat het beleid is gericht op het behoud van de bestaande rechten.
  • Per bedrijf is maximaal één bedrijfswoning toegestaan, tenzij er al méér aanwezig zijn.
  • Paardenhouderijen, productiegebonden of gebruiksgericht, zijn binnen de bestemming rechtstreeks toegestaan. Stageverblijven zijn rechtstreeks mogelijk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - stageverblijven' in combinatie met het aangegeven aantal. Nieuwvestiging van een paardenhouderij op een bestaande agrarische bedrijfskavel is mogelijk na een ruimtelijke afweging waarbij aangetoond wordt dat er geen sectorale beperkingen zijn waarbij onder ander een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden.
  • Met afwijking is een hogere bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, een hogere goothoogte van bedrijfsgebouwen indien het om een intensieve veehouderij gaat, zijn stageverblijven, is huisvesting voor buitenlandse werknemers, is recreatief medegebruik, is een grotere inhoud van de bedrijfswoning, is een afhankelijke woonruimte, zijn aan huis gebonden beroepen en zijn nevenactiviteiten mogelijk.
  • Voor het uitvoeren van bepaalde werken is een omgevingsvergunning nodig. Dit is afhankelijk van de aanduidingen.
  • Met een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk om de agrarische bouwkavel uit te breiden tot een referentiemaat van 1,5 ha. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Ook is het mogelijk de bestemming te wijzigen in ‘Wonen’ mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Vormverandering van de bouwkavel voor toekomstige ontwikkelingen is onder voorwaarden met wijziging mogelijk.

In aanvulling hierop is specifiek voor onderhavige situatie (ter plaatse van de voormalig kantine) de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - leslokaal' opgenomen om het gebruik als leslokaal en ondergeschikte horeca ten behoeve van evenementen in de vorm van (trainings)wedstrijden mogelijk te maken.

5.4.2 Het bouwvlak

Binnen de bestemming is een bouwvlak opgenomen. Hierbinnen mogen bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen en stageverblijven (mits aangeduid), en mestopslagplaatsen worden opgericht. De bestaande bebouwing is binnen het bouwvlak opgenomen. Gezien de aanwezige fysieke ruimte is uitbreiding binnen het bouwvlak vaak nog mogelijk. De bestaande bouwmogelijkheden zijn behouden.

Het bouwvlak is per bouwperceel ingetekend. De afstand van het bouwvlak tot de bestemmingsgrens is minimaal 5 meter. Het bouwvlak is daarbij op maat afgestemd op het bouwperceel en mag in zijn geheel met bedrijfsgebouwen worden bebouwd. Tevens is in het bouwvlak één bedrijfswoning toegestaan, tenzij anders aangeduid. Stageverblijven zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarische - stageverblijven' in combinatie met het aangegeven aantal. Binnen de strook van 5 m tussen het bestemmingsvlak en het bouwvlak dient de landschappelijke inpassing plaats te vinden.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Inleiding

Naast het toetsen van het planvoornemen aan diverse milieu- en veiligheidsaspecten dient de uitvoerbaarheid van het planvoornemen ook zorgvuldig getoetst te worden. Hierbij dient enerzijds gekeken te worden naar de economische uitvoerbaarheid, en anderzijds de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het planvoornemen.

6.2 Economische haalbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens is met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening de verplichting ontstaan om, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, bijvoorbeeld voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, en de plankosten, deze moeten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar. Een en ander dient te worden vastgelegd in privaatrechtelijke/anterieure overeenkomst. Indien geen overeenkomst is gesloten en het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd, dient een exploitatieplan te worden opgesteld welke tegelijkertijd met het bestemmingsplan moet worden vastgesteld.

In onderhavige situatie is geen sprake van een bouwplan. Het kostenverhaal is dan ook niet verplicht en is het sluiten van een anterieure overeenkomst tussen de gemeente en de initiatiefnemer niet noodzakelijk. Wel is een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten. Deze heeft enkel betrekking op eventuele planschade als gevolg van de bestemmingsplanherziening. Er zijn geen kosten (meer) gemoeid met de uitvoering aangezien de stageverblijven aan de Koekoeksweg 6a reeds zijn gerealiseerd en de kantine met het sportveld onveranderd blijft. Voor de gemeente zijn er geen kosten verbonden aan de bestemmingsplanherziening, behoudens de beoordeling van de ingediende stukken. De kosten worden in dit geval gedekt door de leges voor de bestemmingsplanherziening.

6.3 Maatschappelijke aanvaardbaarheid

De bestemmingsplanherziening betreft een planologisch-juridische functiewijziging op de locaties Koekoeksweg 6a en 7. Met de realisatie van de stageverblijven op de locatie Koekoeksweg 6a, is leegstand en verpaupering van de oorspronkelijke kleedlokalen tegengegaan. Ook de kantine en het sportveld behouden een passend gebruik. Dit, in combinatie met het feit dat de planologisch-juridische functiewijzing dusdanig kleinschalig is, maakt dat de bestemmingsplanherziening bij voorbaat als maatschappelijk aanvaardbaar kan worden geacht.

Het bestemmingsplan wordt conform de gebruikelijke procedure gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn kan een ieder zijn of haar zienswijzen kenbaar maken.

6.4 Conclusie

De bestemmingsplanherziening zal gezien het bovenstaande recht doen aan een goede ruimtelijke ordening, zoals bedoeld in artikel 3.1 van de Wro. De herziening betekent, na een afweging van de verschillende belangen, een aanvaardbare nieuwe invulling van het plangebied c.q. de bestaande bebouwing van de voormalige kleedlokalen/kantine met sportveld.

Hoofdstuk 7 Procedure

7.1 Te volgen procedure

Het bestemmingsplan doorloopt als ontwerp respectievelijk vastgesteld en onherroepelijk bestemmingsplan de volgende procedure, te weten:

  • a. Ontwerp:
    • 1. 1e ter inzage legging (ontwerp bestemmingsplan)
  • b. Vaststelling:
    • 1. Vaststelling door de Raad
    • 2. 2e ter inzage legging (vastgesteld bestemmingsplan)
  • c. Beroep:
    • 1. (Gedeeltelijk) onherroepelijk bestemmingsplan
    • 2. Reactieve aanwijzing
    • 3. Beroep bij Raad van State

In het kader van deze procedure kunnen gedurende de ter inzageligging van het ontwerp bestemmingsplan (fase b) zienswijzen worden ingesteld. In publicaties met betrekking tot de diverse stappen die het plan moet doorlopen wordt daarvan steeds melding gemaakt. Uiteindelijk besluit de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, indien nodig, over eventuele beroepen met betrekking tot het vastgestelde plan. Indien die beroepen worden afgewezen dan is het bestemmingsplan onherroepelijk.

7.2 Kennisgeving

Overeenkomstig artikel 1.3.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is op 14 juli 2021 kennis gegeven van het voornemen tot het voorbereiden van het bestemmingsplan 'Koekoeksweg 6a-7'. Hierbij is aangegeven dat dit bestemmingsplan een herziening betreft van het geldende bestemmingsplan in verband met gerealiseerde stageverblijven in de bestaande bebouwing van de voormalige kleedlokalen aan de Koekoeksweg 6a en het passende gebruik van de voormalige kantine met sportveld.

7.3 Vooroverleg met instanties

Onderhavig bestemmingsplanherziening heeft enkel betrekking op het planologisch-juridisch toelaten van enerzijds de stageverblijven in de voormalige kleedlokalen van een voetbalclub aan de Koekoeksweg 6a en anderzijds het wegbestemmen van stageverblijven aan de Koekoeksweg 7. Het aantal stageverblijven blijft daarmee per saldo gelijk waardoor er beperkt sprake is van een gewijzigde ruimtelijke situatie. Ook het hergebruik van de kantine met sportveld als leslokaal en ondergeschikte horeca ten behoeve evenementen in de vorm van (trainings)wedstrijden is vergelijkbaar met het gebruik als sportcomplex. Echter er is wel sprake van minder intensief gebruik ten opzichte van het voormalige sportcomplex. Er zijn hiermee geen rijks-, provinciale en gemeentelijke belangen in het geding. Om deze reden is er geen voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. De vooroverlegpartners zijn wel geinformeerd over de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.

7.4 Vaststelling

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 16 juni 2022, gedurende zes weken, dat wil zeggen tot en met 27 juli 2022 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is eenieder in de gelegenheid gesteld om zijn/haar zienswijze kenbaar te maken. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Tegen het ontwerpbestemmingsplan zijn dan ook geen zienswijzen kenbaar gemaakt. De provincie Limburg heeft in dat kader per mail d.d. 17 juni 2022 laten weten geen aanleiding te zien voor het indienen van een zienswijze. Het bestemmingsplan is dan ook ongewijzigd vastgesteld in de raadsvergadering van 5 oktober 2022.