Plan: | Waterskibaan De IJzeren Man te Weert |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0988.BPGeurtsvenweg1-VA01 |
het bestemmingsplan 'Waterskibaan De IJzeren Man te Weert' met identificatienummer NL.IMRO.0988.BPGeurtsvenweg1-VA01 van de gemeente Weert.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge
de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze
gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste of tweede lid Wabo.
onderzoek verricht door of namens de gemeente of door een dienst, bedrijf of instelling,
beschikkend over een opgravingvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en
werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van
archeologische relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in de bodem voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
besluit van 25 maart 2010, houdende regels ter uitvoering van de Wabo.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo, dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt.
recreatie waarbij geen overnachting plaatsvindt.
een door het college van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie. Deze dient in ieder geval te voldoen aan de in de KNA gestelde kwalificaties van senior archeoloog.
Recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, fietsen, varen, paardrijden, zwemmen en vissen, onder extensieve (dag)recreatie vallen geen gemotoriseerde sporten.
Ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk zal worden gemaakt.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies, behorende tot één of meer van de volgende categorieën:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
bovenkant van het afgewerkte terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.
een oever met natuurlijk beloop en beplantingen.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
werkzaamheden die ter plaatse regelmatig terugkeren, teneinde tot een goed beheer van de gronden te komen. Hieronder wordt tevens verstaan het vervangen van zieke en dode bomen en/of groen en het vervangen van bomen en/of groen die als gevolg van een calamiteit onherstelbaar zijn beschadigd. Hieronder vallen niet incidentele ingrepen in bijvoorbeeld de cultuurtechnische situatie of werkzaamheden die een onherstelbare aantasting betekenen van de aan een gebied toegekende waarde.
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven peil is gelegen.
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op ten minste 1,75 m beneden peil.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde verbonden is.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsvesteding.
vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, doch kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals wegbewijzeringsbordjes, picknickbankjes en draaipoortjes, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.
gebouw ten hoeve van de waterskibaan, aan het begin- c.q. eindpunt van de waterskibaan waar de waterskiers starten en stoppen, noodzakelijk voor de verkoop van startbewijzen en de opslag van materialen ten dienste van de waterskibaan.
De verbeelding behorend bij dit plan met idn-nummer NL.IMRO.0988.BPGeurtsvenweg1-VA01.
oppervlakte van een bouwwerk, werk of werkzaamheid die nodig is om deze uit te voeren.
ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied, gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur.
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht welke op 1 oktober 2010 in werking is getreden.
permanent en semi-permanent watervoerende oppervlaktewateren; verschijningsvormen zijn: riviertjes, beken, sloten, vloedsgraven, stroom- en grasbanen, fictieve of theoretische wateren (gelegen op de bodem van droogdalen of in vijvers / stilstaande wateren), regenwaterbuffers, wegwatergangen en overkluisde wateren; de taluds (het oppervlak tussen de bodem en de insteek) en eventueel onderhoudsstroken behoren ook tot het water.
het waterschap Peel en Maasvallei of diens rechtsopvolger.
doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang, voorzieningen voor de waterhuishouding e.d.
toestand van het oppervlakte- en grondwater.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken, bestemmingsvlakken of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- en/of de bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 meter wordt overschreden. Voor luifels, erkers en balkons geldt dat de bouw- en/of bestemmingsgrens met niet meer dan 1,00 meter wordt overschreden.
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' bestemde gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 14.2.
Op de voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Locatie | Toegestane bouwwerken en voorzieningen | Maximale bebouwingshoogte gebouwen | Maximale bebouwde oppervlakte per gebouw | Maximale bebouwingshoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Totale bebouwde oppervlakte bouwwerken |
Dagrecreatieve voorzieningen | gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van de dagrecreatieve voorzieningen | Max. 9,00 m | Max. 500 m²; voor max. 1 gebouw max. 2.000 m²; voor de bedrijfswoning max. 90 m² | Max. 10,00 m, lichtmasten max. 8,00 m | Max. 5.000 m² |
Zwembad Geurtsvenweg 1 | één overdekte zweminrichting, openluchtbassins, technische ruimten, clubgebouw hengel- en duiksportvereniging, startersgebouwtje waterskibaan en bouwwerken, geen gebouwen zijnde die ten dienste staan aan het zwembad, zoals sport- en spelfaciliteiten, terrassen, hekwerken, tuinmeubilair zoals pergola's e.d.; een bedrijfswoning is niet toegestaan | Max. 10,00 m Max. 5,00 m voor het starters- gebouwtje waterski- baan |
Max. 75 m2 voor het starters- gebouwtje waterski- baan, i.c.m. het bouwvlak binnen de bestemming 'Water' |
Max. 3,00 m, lichtmasten max. 8,00 m | Max. 6.000 m² |
Niet van toepassing.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2, ten behoeve van het vergroten van de bouw- en goothoogte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 ten behoeve van het vergroten van de bebouwde oppervlakte van het startersgebouwtje waterskibaan tot een maximum oppervlakte van 100 m².
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Onder gebruik strijdig met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het in gebruiknemen van opstallen als geurgevoelig object ter plaatse van een reeds krachtens de Wet geurhinder en veehouderij dan wel Activiteitenbesluit geldende geurcontour.
Niet van toepassing.
Het is verboden op of in de voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 3.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Werken als bedoeld in artikel 3.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door deze werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de stedenbouwkundige en/of landschappelijke waarden van de desbetreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Hierbij gelden de volgende criteria:
Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
3.7.1 sub a. het verwijderen van houtopstanden |
het verwijderen heeft geen onevenredige aantasting van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarde tot gevolg het parkachtige karakter mag niet onevenredig worden aangetast |
3.7.1 sub b. het aanplanten van bomen |
het aanplanten heeft geen onevenredige aantasting van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarde tot gevolg het parkachtige karakter en de daarbinnen aanwezige zichtlijnen mogen niet onevenredig worden aangetast |
3.7.1 sub c. het aanleggen, halfverharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen behoudens ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' |
de werken hebben geen onevenredige aantasting van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarde tot gevolg de werken moeten noodzakelijk zijn ten behoeve van het terreinbeheer, de ontsluiting van individuele panden dan wel de recreatieve ontsluiting de recreatieve betekenis van de omringende terreinen mogen niet onevenredig worden aangetast de infiltratie in de bodem mag niet onevenredig worden aangetast |
3.7.1 sub d. het graven van sloten en de aanleg van drainage dieper dan 40 cm |
de werken hebben geen onevenredige aantasting van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarde tot gevolg het vasthouden van het gebiedseigen water wordt niet verminderd met de werken wordt geen verlaging van de drainagebasis meegebracht met de werken wordt geen verlaging van de grondwaterstand veroorzaakt |
3.7.1 sub e. het rooien of kappen van bomen en het verwijderen van houtopstanden/ groen/landschapselementen ter plaatse van de aanduidingen 'waardevolle boom' en 'landschapswaarden' |
het verwijderen moet noodzakelijk zijn voor onderhoud of bereikbaarheid ten behoeve van de doeleinden zoals omschreven in artikel 16.1.1 het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van de aanwezige houtopstanden/ groen/landschapselementen. In verband daarmee kunnen compenserende maatregelen worden vereist |
Niet van toepassing
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen e.d.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 14.2.
Op de voor 'Water' aangewezen gronden gelden de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de aanuiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Niet van toepassing.
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een aanvraag om een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 4.2.1 onder c. voor het overkluizen of overbouwen van water c.q. watergangen, mits het belang van het water c.q. de watergang zich hiertegen niet verzet. Hiertoe wordt de beheerder van de waterloop gehoord.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de bebouwde oppervlakte van het startersgebouwtje waterskibaan tot een maximum oppervlakte van 100 m².
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik en het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Niet van toepassing.
Het is verboden op of in de voor Water aangewezen gronden in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 4.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Werken en werkzaamheden als bedoeld onder 4.7.1 zijn slechts toelaatbaar, mits deze werkzaamheden noodzakelijk zijn ten behoeve van:
Hierbij gelden de volgende toetsingscriteria:
Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
4.7.1 sub a. het verleggen, vergraven en/of dempen van het water |
de werken moeten noodzakelijk zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsuitoefening een aaneengesloten stelsel wateren met in het desbetreffende gebied dient behouden te blijven. In verband daarmee kunnen compenserende maatregelen worden vereist |
4.7.1 sub b. en c. het rooien of kappen van bomen en het verwijderen van houtopstanden/ landschapselementen ter plaatse van de aanduidingen 'waardevolle boom' en 'landschapswaarden' |
het verwijderen moet noodzakelijk zijn voor onderhoud of bereikbaarheid ten behoeve van de doeleinden zoals omschreven in artikel 25.1.1 het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van de aanwezige houtopstanden/ landschapselementen. In verband daarmee kunnen compenserende maatregelen worden vereist |
Niet van toepassing.
De voor 'Waarde - Archeologie middelhoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 14.2.
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, die betrekking heeft op de voor 'Waarde - Archeologie middelhoog' aangewezen gronden, overlegt een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de vergunning indien naar haar oordeel uit het rapport als bedoeld in 5.2.1 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in 5.2.2 sub b., kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Artikel 5.2.1, 5.2.2 en 5.2.3 zijn niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Indien het bepaalde in 5.2.3 sub c. van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie middelhoog' aangewezen gronden de volgende werkzaamheden of werken, niet zijnde bouwwerken uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 5.7.1 is niet van toepassing, indien de werkzaamheden of werken:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid die betrekking heeft op de voor 'Waarde - Archeologie middelhoog' aangewezen gronden legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden indien naar haar oordeel uit het rapport als bedoeld in 5.7.3 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in 5.7.4 sub b., kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden verbinden:
Indien het bepaalde in 5.7.5 sub c. van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de voor 'Waarde - Archeologie middelhoog' aangewezen gronden die, bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Beekdallandschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 14.2.
Op de voor 'Waarde - Beekdallandschap' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op de voor 'Waarde - Beekdallandschap' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken geen gebouw zijnde van geringe omvang welke noodzakelijk zijn voor de instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 2,00 meter mag bedragen.
Niet van toepassing.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2 werken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Beekdallandschap' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 6.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 6.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 6.1 genoemde waarden en doeleinden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. Hierbij gelden de volgende toetsingscriteria:
Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
6.7.1 sub a. het verwijderen van houtopstanden |
het verwijderen moet noodzakelijk zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsuitoefening de schaal en ruimtematen binnen het beekdal mogen niet onevenredig worden vergroot. In verband hiermee kan compenserende beplanting elders binnen het beekdal worden vereist geleidelijke overgangen tussen bos- en natiuurgebieden, kleine landschapswaarden en agrarisch grondgebruik mogen niet worden aangetast |
6.7.1 sub b. ophogen, afgraven, egaliseren, diepploegen, diepwoelen en aanbrengen ondergrondse leidingen |
de werken zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsuitoefening dan wel de ontsluiting of nutsvoorziening van in het gebied aanwezige woningen of bedrijfsgebouwen het leefgebied van bodembewonende dieren mag niet onevenredig worden aangetast |
6.7.1 sub c. verharden van onverharde paden |
de bermvegetatie mag niet worden aangetast. Hieromtrent wordt, indien naar oordeel van het bevoegd gezag nodig, een door het bevoegd gezag aan te wijzen terzake deskundige om advies gevraagd |
6.7.1 sub d. Het verleggen, vergraven en/of dempen van het water |
de werken zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsuitoefening behoud van een dicht stelsel aaneengesloten liggende kleine wateren (sloten, poelen) met geleidelijke oevers in het desbetreffende gebied. In verband hiermee kunnen compenserende maatregelen waterbiotopen elders binnen het gebied worden vereist |
Niet van toepassing.
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 14.2.
Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd:
Met betrekking tot de bouwwerken gelden de volgende regels:
Niet van toepassing.
Het bevoegd gezag is bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 38.2, voor het oprichten bouwwerken geen gebouwen zijnde binnen de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden, mits:
Op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Peel en Maasvallei van toepassing.
Niet van toepassing.
Het is verboden op de voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 7.7.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
Werken als bedoeld in artikel 7.7.1 onder a. zijn slechts toelaatbaar, mits deze werkzaamheden noodzakelijk zijn ten behoeve van:
Niet van toepassing.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Geen bouwwerk mag worden opgericht, indien daardoor een ander bouwwerk met het daarbij behorende bouwperceel hetzij niet langer zou blijven voldoen aan, hetzij in grotere mate zou gaan afwijken van het plan.
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de aangegeven bouwgrens c.q. bijgebouwgrens wordt overschreden, behoudens overschrijdingen, die volgens deze regels zijn toegestaan.
Ondergrondse gebouwen (zoals kelders) zijn in het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' toegestaan onder bestaande gebouwen en nieuw op te richten gebouwen tot een maximale diepte van 3,50 meter.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen geen geluidsgevoelige objecten worden gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.1.1, met dien verstande dat de geluidsbelasting vanwege industrielawaai aan de gevels van de te realiseren geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of hogere grenswaarden zijn vastgesteld welke als maximaal toelaatbaar gelden of tenzij vanwege verkleining of opheffing van de geluidzone - industrie de beperking ter plaatse is opgeheven.
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' is omschakeling naar, uitbreiding van en nieuwvestiging van intensieve veehouderijen niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' is omschakeling naar en nieuwvestiging van intensieve veehouderijen niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende regels van het plan voor:
De in het vorige lid genoemde afwijkingen mogen slechts worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende regels van het plan voor het toestaan van tijdelijk kamperen, mits aan de volgende voorwaarde wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Bij het nieuw oprichten van geluidsgevoelige objecten als bedoeld in het Besluit geluidhinder dient voldaan te worden aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, tenzij de raad gelijktijdig met de vaststelling van dit bestemmingsplan hogere grenswaarden heeft vastgesteld welke als maximaal toelaatbaar gelden.
Bij het nieuw oprichten van geluidsgevoelige objecten als bedoeld in het Besluit geluidhinder dient voldaan te worden aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, tenzij de raad gelijktijdig met de vaststelling van dit bestemmingsplan hogere grenswaarden heeft vastgesteld welke als maximaal toelaatbaar gelden.
Bij het nieuw oprichten van geluidsgevoelige objecten als bedoeld in het Besluit geluidhinder dient voldaan te worden aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, tenzij de raad gelijktijdig met de vaststelling van dit bestemmingsplan hogere grenswaarden heeft vastgesteld welke als maximaal toelaatbaar gelden.
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Waterskibaan De IJzeren Man te Weert' met identificatienummer NL.IMRO.0988.BPGeurtsvenweg1-VA01 van de gemeente Weert