Plan: | Buitengebied 2011 |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0988.BPBuitengebied-VO02 |
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 45.2.
Op de voor Bedrijf aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De onder 7.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
7.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het vergroten van het bouwvlak
Het bevoegd gezag kan eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2, ten behoeve van het vergroten van het bouwvlak waarbij de grenzen van het bouwvlak met het in bijlage 4 van de regels aangegeven percentage met inachtneming van een maximum oppervlakte mag worden overschreden, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2, ten behoeve van het toestaan van een bouwhoogte tot maximaal 12 meter, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2 ten behoeve van het uitbreiden van de inhoud van de bedrijfswoning naar meer dan 750 m³ doch niet meer dan 1.000 m3, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.1 voor het aanleggen van paardenbakken en/of niet-overdekte stapmolens, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de belangen van natuur en landschap, met dien verstande dat:
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik en/of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Elk bedrijf dient te voorzien in de behoefte aan parkeergelegenheid (zowel voor personeel als voor bezoekers) en in gelegenheid voor laden en lossen, waarbij voldaan dient te worden aan de normen opgenomen in de Parkeerbeleidsnota 2006, tenzij voldoende openbare plaatsen aanwezig zijn volgens een beoordeling van burgemeester en wethouders.
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor Bedrijf aangewezen gronden en opstallen conform de bestemming 'Bedrijf', voor zover dit gebruik is toegelaten onder de voorwaarde van landschappelijke inpassing, is alleen toegestaan als die landschappelijke inpassing overeenkomstig de landschappelijke inpassing 'Herontwikkeling Laarderweg 70' van Guido Paumen Tuin- en Landschapsarchitect met nummer PNR 6003NL70-160212, een en ander zoals vastgesteld door de raad op (datum) en toegevoegd als bijlage 14 bij deze regels, uiterlijk 9 maanden nadat de daaraan gekoppelde bebouwing is gerealiseerd, volledig is uitgevoerd en/of volledig in stand word gehouden.
Onder gebruik strijdig met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het in gebruiknemen en/of in gebruik laten nemen van opstallen als geurgevoelig object ter plaatse van een reeds krachtens de Wet geurhinder en veehouderij geldende geurcontour.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.5.1 sub h., teneinde toe te staan dat een aangebouwd bijgebouw aan de bedrijfswoning gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.5.1 sub j. ten behoeve van:
Het is verboden op of in de voor Bedrijf aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 7.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Werken als bedoeld in artikel 7.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door deze werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de stedenbouwkundige en/of landschappelijke waarden van de desbetreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Hierbij gelden de volgende toetsingscriteria:
Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
7.7.1 sub a., b. en c. het rooien of kappen van bomen en het verwijderen van houtopstanden/ groen/landschapselementen ter plaatse van de aanduidingen 'waardevolle boom', 'groen' en 'landschapswaarden' |
het verwijderen moet noodzakelijk zijn voor onderhoud of bereikbaarheid ten behoeve van de doeleinden zoals omschreven in artikel 7.1.1 het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van de aanwezige houtopstanden/ groen/landschapselementen. In verband daarmee kunnen compenserende maatregelen worden vereist. |
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Wonen, met dien verstande dat: