4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen
De voor 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. een agrarisch bedrijf met de daarbij behorende voorzieningen, met een geheel of in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, waarbij per (gekoppeld) bouwvlak niet meer dan één bedrijf is toegestaan;
-
b. agrarisch grondgebruik;
-
c. behoud en ontwikkeling van de bestaande landschappelijke karakteristiek;
-
d. het aantal op de verbeelding aangeduide bedrijfswoningen, er is één bedrijfswoning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', er is geen bedrijfswoning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', indien er méér dan een bedrijfswoning is toegestaan is het maximaal aantal bedrijfswoningen aangegeven via een aanduiding, bij een gekoppeld bouwvlak is uitwisseling van bedrijfswoningen tussen de bouwvlakken mogelijk, met dien verstande dat het maximaal aantal toegestane bedrijfswoningen niet wordt overschreden;
-
e. statische opslag;
-
f. een intensieve kwekerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve kwekerij';
-
g. een intensieve veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
-
h. glastuinbouw, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw';
-
i. hippisch centrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – hippisch centrum';
-
j. het behoud en/of herstel van de aanwezige landschappelijke en/of stedenbouwkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'groen';
-
k. het behoud en/of herstel van de aanwezige landschappelijke en/of stedenbouwkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';
-
l. het behoud en/of herstel van de aanwezige landschappelijke en/of stedenbouwkundige waarden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden';
-
m. dierenverblijven behoudens dierenverblijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch uitgesloten – dierenverblijven' waar geen dierenverblijven zijn toegestaan;
-
n. de huisvesting van (buitenlandse) werknemers die werkzaam zijn op het desbetreffende agrarische bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – huisvesting werknemers' voor maximaal het aantal aangeduide werknemers en met maximaal de aangeduide oppervlakte;
-
o. stageverblijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – stageverblijf' met maximaal het ter plaatse aangeduide aantal stageverblijven;
-
p. een logiesgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – logiesgebouw';
-
q. evenementen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein';
-
r. een hoefsmederij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – hoefsmederij';
-
s. een agrarisch technisch hulpbedrijf uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – agrarisch technisch hulpbedrijf';
-
t. een glashandel uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – glashandel';
-
u. een particuliere begraafplaats uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – particuliere begraafplaats';
-
v. boerengolf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - boerengolf';
-
w. een afhankelijke woonruimte ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning';
-
x. een theetuin ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – theetuin';
-
y. de instandhouding en/of herstel van het op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige Rijks- of gemeentelijk monument mede gelet op de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en/of landschappelijke waarde, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
-
z. landschappelijke inpassing en instandhouding overeenkomstig:
-
1. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. augustus 2009, aangevuld d.d. april 2010 voor de locatie Koekoeksweg 18;
-
2. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. mei 2010 voor de locatie Vrakkerstraat 133;
-
3. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. april 2010 voor de locatie Koekoeksweg 7;
-
4. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. oktober 2011 voor de locatie Weijerkesweg 3;
-
5. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. mei 2010 en de kwaliteitsverbetering door het realiseren van 1.500 m² natuurgebied op perceel gemeente Weert sectie AG, nr. 315, gelegen aan de Wijfelterbroekdijk zoals aangegeven op tekening d.d. 23 november 2010 met bijlagen voor de locatie Vrakkerweg 133;
een en ander zoals vastgesteld door de raad op 27 juni 2012 en toegevoegd als bijlage 7, 8, 9, 10 en 11 bij deze regels;
-
aa. landschappelijke inpassing 'Theetuin Tungelroy' overeenkomstig het landschapsplan van Guido Paumen Tuin- en Landschapsarchitect d.d. maart 2012 voor de locatie Hulsweg 2 (bijlage 15);
-
ab. landschappelijke inpassing 'Peelheideweg 6' overeenkomstig het landschapsplan van Ing. Paul Winkelmolen, technisch Tuin- en Landschapsontwerper d.d. 19 mei 2012 voor de locatie Peelheideweg 6 (bijlage 16).
-
ac. landschappelijke inpassing voor de locatie Werkmansweg 78 (bijlage 17);
-
ad. handel in kip en kipproducten uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handel in kip en kipproducten'.
-
ae. bed and breakfast uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast'.
met daaraan ondergeschikt:
-
1. groenvoorzieningen;
-
2. kleinschalig kamperen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij';
-
3. parkeervoorzieningen;
-
4. verkeersvoorzieningen, waaronder perceelsontsluitingswegen;
-
5. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut;
-
6. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
7. kleinschalige picknickplaatsen, wegwijzers, zitbanken, afvalemmers e.d. ten behoeve van kleinschalig recreatief medegebruik;
-
8. paardenbakken en/of stapmolens.
4.1.2 Nadere detaillering van de bestemming
Verhouding tussen de belangrijkste doeleinden van deze bestemming: Binnen de bestemming Agrarisch – Agrarisch Bedrijf is het beleid primair gericht op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor een duurzame en concurrerende landbouw; het agrarisch grondgebruik overweegt dus binnen deze bestemming. Daarnaast wordt gestreefd naar het beschermen van de lokaal bestaande landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Groen dient ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding te worden gehandhaafd. Bestaande niet meer functionele agrarische bebouwing mag gebruikt worden voor statische opslag.
4.1.3 Dubbelbestemmingen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 45.2.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
-
a. bouwwerken passende binnen de bestemming;
-
b. bijgebouwen met een maximale oppervlakte van 150 m²;
-
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
d. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', er is geen bedrijfswoning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', indien er méér dan een bedrijfswoning is toegestaan is het maximaal aantal bedrijfswoningen aangegeven via een aanduiding, bij een gekoppeld bouwvlak is uitwisseling van bedrijfswoningen tussen de bouwvlakken mogelijk, met dien verstande dat het maximaal aantal toegestane bedrijfswoningen niet mag worden overschreden;
-
e. stageverblijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – stageverblijven';
-
f. huisvesting van (buitenlandse) werknemers die werkzaam zijn op het desbetreffende agrarische bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – logiesgebouw';
-
g. teeltondersteunende voorzieningen, hagelnetten, stapmolens, paardenbakken en mestopslag;
-
h. ten behoeve van recreatief medegebruik zijn kleinschalige picknickplaatsen, wegwijzers, zitbanken, afvalemmers e.d. toegestaan;
-
i. bouwwerken passende binnen deze bestemming en landschappelijke inpassing en waterbergende en/infiltrerende voorzieningen, welke gerealiseerd en in stand dienen te worden gehouden overeenkomstig het bepaalde in:
-
1. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. augustus 2009, aangevuld d.d. april 2010 voor de locatie Koekoeksweg 18;
-
2. het landschapsplan d.d. april 2010 voor de locatie Koekoeksweg 7;
-
3. het landschapsplan d.d. oktober 2011 voor de locatie Weijerkesweg 3;
-
4. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. mei 2010 en de kwaliteitsverbetering door het realiseren van 1.500 m² natuurgebied op perceel sectie AG, nr. 315, gelegen aan de Wijfelterbroekdijk zoals aangegeven op tekening d.d. 23 november 2010 met bijlagen voor de locatie Vrakkerweg 133;
-
5. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. juli 2011 voor de locatie Eindhovenseweg 99a;
een en ander zoals vastgesteld door de raad op 27 juni 2012 en toegevoegd als bijlage 7, 8, 9, 10 en 11 bij deze regels;
4.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
-
a. binnen het bouwvlak mogen gebouwen, de bedrijfswoning(en), bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd overeenkomstig de tabel bebouwing zoals opgenomen onder 4.2.4;
-
b. per bouwvlak is maximaal één agrarisch bedrijf toegestaan;
-
c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
-
d. bedrijfsgebouwen, alsmede vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de bedrijfswoning mogen niet voor de voorgevel van de woning of het verlengde daarvan worden opgericht;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' aan de Koekoeksweg 18 en Vrakkerstraat 133 mag uitsluitend de bedrijfswoning worden gesitueerd, bedrijfsgebouwen zijn hier niet toegestaan;
-
f. de onderlinge afstand tussen bedrijfsgebouwen mag maximaal 20 meter bedragen;
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – huisvesting werknemers' mag huisvesting worden opgericht voor maximaal het aantal op de verbeelding aangeduide aantal (buitenlandse) werknemers welke op het desbetreffende agrarisch bedrijf werkzaam zijn met maximaal de op de verbeelding aangegeven oppervlakte;
-
h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – stageverblijf' mag huisvesting voor stagiaires van maximaal het op de verbeelding aangeduide aantal stageverblijven worden opgericht voor stagiaires die werkzaam zijn op het desbetreffende agrarische bedrijf;
-
i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – logiesgebouw' mag een logiesgebouw aanwezig zijn in de vorm en omvang zoals bestaand ten behoeve van huisvesting van mensen welke tijdelijk verblijven op het desbetreffende (agrarisch) bedrijf om gebruik te kunnen maken van de trainingsfaciliteiten die het bedrijf biedt;
-
j. bedrijfsgebouwen dienen aan de maatvoering en situering te voldoen zoals opgenomen in de tabel bebouwing onder 4.2.4, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' een afwijkende bouwhoogte is aangegeven of maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze hoger is;
-
k. bedrijfswoningen dienen aan de inhoud te voldoen zoals opgenomen in de tabel onder 4.2.4, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume' een afwijkende inhoud is aangegeven of maximaal de bestaande inhoud op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze groter is. Voor inpandige uitbreiding van de bedrijfswoning binnen de bestaande bouwmassa, zoals bij een woon-stal boerderij, is geen maximum volume van toepassing;
-
l. mestopslag is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
-
m. het onbebouwde blijvende deel van het bouwvlak mag worden verhard;
-
n. overkappingen zonder wanden of met maximaal 1 dichte wand mogen niet hoger zijn dan 3,00 meter, gemeten vanaf het aansluitend terrein. Overkappingen die geplaatst zijn op minder dan 0,5 meter van een wand van een bedrijfsgebouw, worden geacht te zijn omsloten door de desbetreffende wand van het bedrijfsgebouw;
-
o. bij een vollegrondstuinbouwbedrijf is maximaal 1.000 m² aan kassen toegestaan;
-
p. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – afwijkingsgebied' is de bouw van agrarische bedrijfsgebouwen verboden.
4.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
-
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen buiten het bouwvlak, op het onbebouwd blijvende gedeelte van het bestemmingsvlak worden opgericht;
-
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de maatvoering te voldoen zoals opgenomen in de tabel bebouwing onder 4.2.4;
-
c. de bouwhoogte van erfafscheidingen en omheiningen mag maximaal 1,00 m bedragen voor de voorgevelrooilijn en maximaal 2,00 m achter de voorgevelrooilijn;
-
d. de bouwhoogte van teeltondersteunende voorzieningen mag maximaal 3,00 m bedragen;
-
e. overkappingen zonder wanden of met maximaal een dichte wand mogen niet hoger zijn dan 3,00 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein. Overkappingen die geplaatst zijn op minder dan 0,50 m van een wand van een bedrijfsgebouw, worden geacht te zijn omsloten door desbetreffende wand van het bedrijfsgebouw;
-
f. de inhoud van mestopslagplaatsen per agrarisch bedrijf mag maximaal 2.500 m3 bedragen;
-
g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van recreatief medegebruik, zoals kleinschalige picknickplaatsen, wegwijzers, informatieborden, zitbanken, afvalemmers, e.d. met een bebouwingshoogte van maximaal 2 m.
4.2.4 Tabel bebouwing
Maatvoering
|
Bedrijfs-gebouwen
|
Mest-silo's
|
Sleuf-silo's
|
Overige silo's
|
Erfafscheidingen
|
Overige bouwwerken, geen ge-bouwen zijnde
|
Bedrijfswoning
|
Bijgebouw-en bij de bedrijfs-woning
|
Huisvesting werknemers
|
Stageverblijven
|
Goothoogte
|
Max. 5,50 m. of max. de aangeduide goothoogte
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
Max. 5,50 m.
|
Max. 3,20 m.
|
Max. 5,50 m.
|
Max. 5,50 m.
|
Bouwhoogte
|
Max. 10,00 m. of max. de aange-duide bouw-hoogte
|
Max. 8,50 m.
|
Max. 2,00 m.
|
Max. 15,00 m.
|
Max. 1 m voor de voorgevelrooilijn en 2 m achter de voorgevelrooilijn.
|
Max. 8,00 m.
|
Max. 8,00 m.
|
Max. 6,00 m.
|
Max. 10,00 m.
|
Max. 10,00 m en uitsluitend binnen bestaande bebouwing
|
Dakhelling
|
Min. 120. uitgezonderd onderge-schikte bouwdelen
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
Min. 120.
|
Min. 120.
|
Min. 120.
|
Min. 120
|
Inhoud
|
N.v.t.
|
Max. 2.500 m3
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
Max. 750 m3 of max. de aange-duide inhoud
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
Bebouwd oppervlak
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
Max. 150 m²
|
Max. de op de verbeelding aangeduide oppervlakte
|
Max. 55 m² per wooneenheid, max. 3 eenheden voor max. 6 personen tenzij anders is aangeduid op de verbeelding
|
Maximum aantal
|
N.v.t.
|
M.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
Zie verbeelding
|
n.v.t.
|
Max. aantal werknemers zoals ter plaatse van de aanduiding op de verbeelding is aangegeven met max. van 30 werknemers
|
Max. aantal stageverblijven zoals ter plaatse van de aanduiding op verbeelding is aangegeven
|
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijken van de bouwregels voor het uitbreiden van kassen bij een vollegrondstuinbouwbedrijf
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 sub o. voor het uitbreiden van kassen bij een vollegrondstuinbouwbedrijf tot maximaal 2.000 m², met dien verstande dat:
-
a. de noodzaak daartoe wordt aangetoond;
-
b. natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen en het aangrenzende woon- en leefmilieu niet onevenredig worden aangetast;
-
c. dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
4.4.2 Afwijken van de bouwregels met betrekking tot de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.4 voor het toestaan van een bouwhoogte van bedrijfsgebouwen van maximaal 12 m, met dien verstande dat de afwijking nodig is in verband met bedrijfseconomische dan wel andere zwaarwegende bedrijfsomstandigheden en dat de bouwhoogte ruimtelijk aanvaardbaar is.
4.4.3 Afwijken van de bouwregels met betrekking tot de goothoogte van bedrijfsgebouwen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.4 voor het toestaan van een goothoogte van bedrijfsgebouwen van maximaal 7 m, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' met dien verstande dat de afwijking nodig is in verband met bedrijfseconomische dan wel andere zwaarwegende bedrijfsomstandigheden en dat de goothoogte ruimtelijk aanvaardbaar is.
4.4.4 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van stageverblijven
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 sub h. voor het toestaan van stageverblijven of het toestaan van stageverblijven elders dan uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – stageverblijven', met dien verstande dat:
-
a. de noodzaak daartoe wordt aangetoond;
-
b. natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen en het aangrenzende woon- en leefmilieu niet onevenredig worden aangetast;
-
c. dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind;
-
d. maximaal 3 wooneenheden voor maximaal 6 personen zijn toegestaan;
-
e. het oppervlak van een wooneenheid maximaal 55 m² bedraagt;
-
f. de stageverblijven binnen bestaande bebouwing worden opgericht en er geen sprake mag zijn van zelfstandige wooneenheden;
-
g. er geen milieuhygiënische beperking in de agrarische bedrijfsvoering plaatsvindt van nabij gelegen agrarische bedrijven.
4.4.5 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van recreatief medegebruik
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 voor het oprichten van geringe bouwwerken ten behoeve van het recreatief medegebruik, zoals speel- en schuilgelegenheden, informatieborden en bewegwijzering, met dien verstande dat:
-
a. het bestaande agrarisch gebruik van de gronden niet onevenredig wordt belemmerd;
-
b. de voorzieningen aansluiten op de bestaande recreatieve routestructuur;
-
c. het bebouwd oppervlak maximaal 20 m² mag bedragen;
-
d. de goothoogte maximaal 3,00 m mag bedragen;
-
e. de bouwhoogte maximaal 5,00 m mag bedragen;
-
f. het geen aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- of vaartuig betreft;
-
1. voor gebouwen dienen voorts de volgende afstanden in acht te worden genomen tot de volgende bestemmingen en aanduidingen:
-
2. bos en natuur: 10 m;
-
3. landschapswaarden en waardevolle boom: 10 m;
-
4. karakteristiek, specifieke vorm van waarde – veldkapel en specifieke vorm van waarde - veldkruis: 10 m;
-
5. water: 5 m.
-
g. de landschappelijke waarden als benoemd onder 4.1.1 sub c niet worden aangetast.
4.4.6 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het vergroten van de inhoud van bedrijfswoningen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.4 ten behoeve van het uitbreiden van de inhoud van de bedrijfswoning naar meer dan 750 m³ doch niet meer dan 1.000 m3, met dien verstande dat:
-
a. bestaande bebouwing op het perceel of elders wordt gesloopt;
-
b. maximaal 25% van de inhoud van de te slopen bebouwing mag worden teruggebouwd;
-
c. op grond van het bepaalde in artikel 46 inzicht wordt geboden in de wijze waarop een afdoende kwaliteitsbijdrage wordt geleverd.
4.4.7 Afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het toestaan van bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – afwijkingsgebied'
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-afwijkingsgebied' met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 lid p. voor agrarische bedrijfsbebouwing, met dien verstande dat:
-
1. het een volwaardig agrarisch bedrijf betreft;
-
2. de afwijking nodig is in verband met bedrijfseconomische dan wel andere zwaarwegende bedrijfsomstandigheden;
-
3. de afwijking niet leidt tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel landschappelijke waarden;
-
4. voor zover van toepassing reëel zicht is op het verkrijgen van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet;
-
5. op grond van het bepaalde in artikel 46 inzicht wordt geboden in de bedrijfsontwikkeling en de effecten hiervan op de omgeving en de wijze waarop een verbetering van de omgevingskwaliteit wordt nagestreefd (tegenprestatie voor eventuele negatieve effecten van de ingreep), met als doel de omgevingskwaliteit en de bedrijfsontwikkeling in onderlinge samenhang te kunnen realiseren;
-
6. de milieuhygiënische uitvoerbaarheid is gewaarborgd;
-
7. het woon- en leefmilieu niet onevenredig wordt aangetast;
-
8. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht en een positief advies van het watertoetsloket is verkregen;
-
9. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit is gebleken dat de bodem geschikt is voor het nieuwe gebruik;
-
10. de regels ten aanzien van archeologische waarden zoals opgenomen in artikel 32, 33 en 34 in acht worden genomen;
-
11. een planschadeverhaalsovereenkomst met de gemeente is aangegaan;
-
12. de regels in artikel 4.2 in acht worden genomen.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Strijdig gebruik
Onder gebruiken en/of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden en opstallen:
-
a. als opslag-, stort- en/of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen en met dien verstande dat bestaande, voor het bedrijf niet meer functionele bebouwing voor statische opslag mag worden gebruikt;
-
b. voor handels- en bedrijfsdoeleinden behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen;
-
c. voor detailhandel, behoudens:
-
1. detailhandel als ondergeschikte activiteit van op het eigen bedrijf of in de directe omgeving geproduceerde agrarische producten, alsmede van op het eigen bedrijf of in de directe omgeving op andere agrarische bedrijven bewerkte eigen agrarische producten, met dien verstande dat de verkoopruimte binnen de bestaande agrarische bebouwing is gelegen en de maximale maat van het verkoopvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
-
2. detailhandel bij bedrijven als genoemd in bijlage 6 bij deze regels voor zover het betreft de verkoop van bij het betreffende bedrijf in deze bijlage opgenomen assortimentslijst;
-
d. voor niet- of semi-agrarische nevenactiviteiten;
-
e. als standplaats van onderkomens en als standplaats van kampeermiddelen uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij';
-
f. voor dierenverblijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch uitgesloten - dierenverblijf';
-
g. voor permanente bewoning en bewoning door buitenlandse werknemers van onderkomens en kampeermiddelen;
-
h. het gebruik van bebouwing als bed and breakfast, plattelandsappartementen, plattelandskamers en/of trekkershutten;
-
i. het gebruik van de gronden anders dan voor groenvoorzieningen of houtopstanden, ter plaatse van de aanduiding 'groen';
-
j. voor zelfstandige bewoning, voor zover het niet betreft de bestaande woning, een logiesgebouw ten behoeve van de huisvesting van buitenlandse werknemers en een stageverblijf ten behoeve van stagiaires;
-
k. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afhankelijke woonruimte;
-
l. voor zelfstandige bewoning of afhankelijke woonruimte, indien het een vrijstaand bijgebouw betreft;
-
m. voor kantineactiviteiten, behoudens ten behoeve van het eigen bedrijf;
-
n. voor een horecabedrijf en/of –instelling;
-
o. voor reclamedoeleinden, behoudens ten behoeve van de eigen inrichting;
-
p. voor intensieve veehouderij, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
-
q. voor glastuinbouw, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw';
-
r. voor het gebruik van gronden als paardenbak en/of stapmolen op minder dan 50 meter van woningen van derden en lichtmasten op minder dan 50 meter van woningen van derden;
-
s. als manege;
-
t. de uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf, met uitzondering van de in de bestemmingsomschrijving omschreven vormen van bedrijfsmatig gebruik en met uitzondering van het gebruik van hoofd- en bijgebouwen voor een aan huisgebonden beroep tot een oppervlakte van maximaal 50 m2;
-
u. digitale verkoop via internet;
-
v. prostitutiedoeleinden;
-
w. ten behoeve van de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' zonder dat de landschappelijke inpassing zoals bedoeld in artikel 4.5.4 conform de landschapsplannen zoals opgenomen in de bijlagen bij deze regels niet volledig is uitgevoerd c.q. volledig in stand wordt gehouden.
-
x. als zorgboerderij.
4.5.2 Parkeren
Elk bedrijf dient te voorzien in de behoefte aan parkeergelegenheid (zowel voor personeel als voor bezoekers) en in gelegenheid voor laden en lossen, waarbij voldaan dient te worden aan de normen opgenomen in de Parkeerbeleidsnota 2006, tenzij voldoende openbare plaatsen aanwezig zijn volgens een beoordeling van burgemeester en wethouders.
4.5.3 Evenementen
Ter plaatse van de aanduiding 'evenementen' mogen maximaal 6 keer per jaar, voor een aaneengesloten periode van maximaal 15 dagen (inclusief opbouwen en afbreken) evenementen worden georganiseerd welke gerelateerd zijn aan activiteiten in het kader van paardenhouderijen, zoals veilingen dan wel wedstrijden en de daarbij komende activiteiten (zoals horeca, aan paardensport gerelateerde productinformatie, parkeren en overige voorzieningen).
4.5.4 Landschappelijke inpassing (voorwaardelijke verplichting)
-
a. Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor Agrarisch - Agrarisch Bedrijf aangewezen gronden en opstallen conform de bestemming Agrarisch - Agrarisch
Bedrijf', voor zover dit gebruik is toegelaten onder de voorwaarde van landschappelijke inpassing, is alleen toegestaan als die landschappelijke inpassing overeenkomstig:
-
1. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. augustus 2009, aangevuld d.d. april 2010 voor de locatie Koekoeksweg 18;
-
2. het landschapsplan d.d. april 2010 voor de locatie Koekoeksweg 7;
-
3. het landschapsplan d.d. oktober 2011 voor de locatie Weijerkesweg 3;
-
4. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. mei 2010 en de kwaliteitsverbetering door het realiseren van 1500 m² natuurgebied op perceel sectie AG, nr. 315, gelegen aan de Wijfelterbroekdijk zoals aangegeven op tekening d.d. 23 november 2010 met bijlagen voor de locatie Vrakkerweg 133;
-
5. het landschapsplan van Milieucoöperatie Peel en Maas d.d. juli 2011 voor de locatie Eindhovenseweg 99a;
een en ander zoals vastgesteld door de raad op 27 juni 2012 en toegevoegd als bijlage 7, 8, 9, 10 en 11 bij deze regels uiterlijk 9 maanden nadat de daaraan gekoppelde bebouwing is gerealiseerd, volledig is uitgevoerd en/of volledig in stand wordt gehouden. De landschappelijke inpassing die als voorwaarde voor bebouwing elders dient plaats te vinden dient volledig te zijn uitgevoerd en/of volledig in stand te worden gehouden alvorens gebruik overeenkomstig de bestemming 'Agrarisch – Agrarisch Bedrijf' op de desbetreffende locaties is toegestaan;
-
b. Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Agrarisch – Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden en opstallen conform de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – theetuin', onder de voorwaarde van landschappelijke inpassing, is alleen toegestaan als die landschappelijke inpassing overeenkomstig het landschapsplan 'Theetuin Tungelroy' van Guido Paumen d.d. maart 2012 voor de locatie Hulsweg 2 (bijlage 15 bij deze regels) volledig is uitgevoerd en/of volledig in stand wordt gehouden;
-
c. Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden en opstallen conform de bestemming 'Agrarisch – Agrarisch Bedrijf', voor zover dit gebruik is toegelaten onder de voorwaarde van landschappelijke inpassing, is alleen toegestaan als die landschappelijke inpassing overeenkomstig het landschapsplan 'Peelheideweg 6' van Ing. Paul Winkelmolen, technisch Tuin- en Landschapsontwerper d.d. 19 mei 2012 voor de locatie Peelheideweg 6 (bijlage 16 bij deze regels) volledig is uitgevoerd en/of volledig in stand wordt gehouden.
-
d. Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden en opstallen conform de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf', voor zover dit gebruik is toegelaten onder de voorwaarde van landschappelijke inpassing, is alleen toegestaan als die landschappelijke inpassing overeenkomstig het landschapsplan voor de locatie Werkmansweg 78 (bijlage 17 bij deze regels) volledig is uitgevoerd en/of volledig in stand wordt gehouden.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Afwijken voor het gebruik van een aangebouwd bijgebouw als afhankelijke woonruimte
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1 onder k. teneinde toe te staan dat een aangebouwd bijgebouw aan de bedrijfswoning gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
-
a. er geen sprake is van een zelfstandige woning;
-
b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
-
c. er maximaal één afhankelijke woonruimte per woning ontstaat;
-
d. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte niet meer dan 75 m² bedraagt.
4.6.2 Afwijken voor een grotere oppervlakte dan 50 m², of als bedrijfsruimte voor een aan huis gebonden bedrijf of een ambachtelijk bedrijf
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1 onder t. voor een grotere oppervlakte dan 50 m2, of als bedrijfsruimte voor een aan huis gebonden bedrijf of een ambachtelijk bedrijf in een deel van een woning of de daarbij behorende bijgebouwen, met dien verstande dat:
-
a. de daar gepleegde activiteiten ondergeschikt zijn aan de woonfunctie;
-
b. het gebruik naar de aard met de woonfunctie in overeenstemming is;
-
c. de woonfunctie op het betrokken perceel niet in betekenende mate wordt aangetast;
-
d. maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen als zodanig wordt gebruikt;
-
e. geen gebruik plaatsvindt, dat meldings- of vergunningsplichtig is in het kader van de Wet milieubeheer, tenzij ten aanzien van meldingsplichtige activiteiten door de aanvrager middels onderzoek kan worden aangetoond dat het woon- en leefklimaat door desbetreffende activiteit niet onevenredig worden aangetast;
-
f. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met het beroep of bedrijf;
-
g. het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn en die niet binnen het perceelsgedeelte, dat binnen het bestemmingvlak gelegen is, gerealiseerd kunnen worden.
4.6.3 Afwijken voor handel in de vorm van digitale verkoop via internet
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.1 onder u. voor handel in de vorm van digitale verkoop via internet, met dien verstande dat:
-
a. de producten door de klant niet ter plaatse besteld worden;
-
b. de bestelde producten door de ondernemer zelf of via de post c.q. een pakketdienst bij de klant thuis bezorgd worden;
-
c. er geen verkoop aan huis plaatsvindt;
-
d. maximaal 30 m² van het vloeroppervlak van de woning gebruikt wordt voor de digitale verkoop per internet, in de vorm van administratie en opslag goederen.
4.6.4 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van huisvesting van (buitenlandse) werknemers
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1 onder j. ten behoeve van de huisvesting van (buitenlandse) werknemers in bestaande tot woongebouw te verbouwen bedrijfsgebouwen, dan wel nieuw te bouwen woongebouwen, met dien verstande dat:
-
a. de noodzaak daartoe wordt aangetoond;
-
b. natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen en het aangrenzende woon- en leefmilieu niet onevenredig worden aangetast;
-
c. dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind;
-
d. er huisvesting voor maximaal 30 personen wordt gerealiseerd die werkzaam zijn binnen het bedrijf;
-
e. per persoon minimaal 10 m2 aan oppervlakte met enige privacy aanwezig is;
-
f. er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen zoals vastgelegd in de nota 'Huisvesting buitenlandse werknemers' van de gemeente Weert, zoals vastgesteld op 2 juli 2008;
-
g. het gebouw uit maximaal twee bouwlagen bestaat;
-
h. natuur- en landschappelijke compensatie wordt geleverd;
-
i. na beëindiging de situatie in zijn oorspronkelijke staat dient te worden teruggebracht of wordt hergebruik mogelijk gemaakt conform het dan geldende beleid (herstelregeling);
-
j. op grond van het bepaalde in artikel 46 inzicht wordt geboden in de wijze waarop een afdoende kwaliteitsbijdrage wordt geleverd;
-
k. er geen milieuhygiënische beperking in de agrarische bedrijfsvoering plaatsvindt van nabij gelegen agrarische bedrijven.
4.6.5 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van het toestaan van nevenactiviteiten
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.5.1 onder h. ten behoeve van:
-
a. het gebruik als bed and breakfast, plattelandsappartementen en/of plattelandskamers en/of trekkershutten gelegen binnen de bestaande bebouwing(smogelijkheden) met een totale oppervlakte van niet meer dan 300 m², inclusief een kleinschalige horecavoorziening. In totaal zijn per agrarisch bedrijf niet meer dan 10 slaapplaatsen in de vorm van plattelandsappartementen en/of plattelandskamers en/of trekkershutten toegestaan en maximaal 4 slaapplaatsen in de vorm van bed and breakfast;
met dien verstande dat:
-
1. er een woning aangeduid is middels de aanduiding 'bedrijfswoning'.
-
2. er binnen de bestemmingen 'Agrarisch - Aghrarisch bedrijf', 'Bedrijf' en 'Wonen' tesamen maximaal 90 slaapplaatsen ten behoeve van dit gebruik zijn toegestaan.
-
b. een groepsaccomodatie voor een groep van maximaal 30 personen;
-
c. kleinschalige dagrecreatie en daghoreca ten dienste van de extensieve recreatie in het buitengebied c.q. ondersteunend aan wandel- en fietsroutes;
-
d. expositie-, educatie- en culturele doeleinden alsmede doeleinden voor natuur- en landschapsbeheer;
-
e. een zorgboerderij, zoals dagopvang van gehandicapten en kinderopvang, gerelateerd aan de agrarische bedrijfsvoering;
-
f. in totaal zijn per agrarisch bedrijf nevenactiviteiten, zoals bedoeld onder c, d en e toegestaan binnen bestaande bebouwing tot een maximale vloeroppervlakte van 350 m², dit is inclusief de verkoopvloeroppervlakte van detailhandel, indien aanwezig;
-
g. bewerking van agrarische producten die uitsluitend op het eigen bedrijf of in de directe omgeving op andere agrarische bedrijven worden geproduceerd.
4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.7.1 Vergunningplicht
Het is verboden op of in de voor Agrarisch - Agrarisch Bedrijf aangewezen gronden in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het vellen of rooien van karakteristieke beplanting ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';
-
b. het verwijderen van beplanting en/of het aanbrengen van verhardingen, mede ten dienste van verkeersvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'groen';
-
c. het verwijderen van houtopstanden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
4.7.2 Uitzonderingen
Het in artikel 4.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:
-
a. normale onderhoudswerkzaamheden;
-
b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
-
c. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
-
d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen vergunning vereist was dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd;
4.7.3 Toelaatbaarheid
Werken als bedoeld in artikel 4.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door deze werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de stedenbouwkundige en/of landschappelijke waarden van de desbetreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Hierbij gelden de volgende toetsingscriteria:
Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden
|
Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning
|
4.7.1 sub a., b. en c. het rooien of kappen van bomen en het verwijderen van houtopstanden/ groen/landschapselementen ter plaatse van de aanduidingen 'waardevolle boom', 'groen' en 'landschapswaarden'
|
het verwijderen moet noodzakelijk zijn voor onderhoud of bereikbaarheid ten behoeve van de doeleinden zoals omschreven in artikel 4.1.1 het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van de aanwezige houtopstanden/ groen/landschapselementen. In verband daarmee kunnen compenserende maatregelen worden vereist
|
4.8 Wijzigingsbevoegdheid
4.8.1 Wijzigen in bestemming 'Wonen'
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Wonen, met dien verstande dat:
-
a. de wijziging past in het gemeentelijk woningbouwprogramma;
-
b. de bedrijfsvoering is beëindigd;
-
c. alle voormalige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, met uitzondering van de bebouwing die is toegestaan bij de bestemming Wonen;
-
d. de milieuvergunning is ingetrokken;
-
e. de wijziging niet leidt tot nieuwe belemmeringen van in de omgeving gelegen (agrarische) bedrijven;
-
f. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
-
g. het aantal woningen zoals aanwezig niet toeneemt;
-
h. de inhoud van het hoofdgebouw niet wordt vergroot, behoudens het gestelde in artikel 27 Wonen;
-
i. de regels van artikel 27 Wonen verder van toepassing worden verklaard.
4.8.2 Wijzigen huisstalboerderij in bestemming 'Wonen' met woningsplitsing
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Wonen waarbij de bestaande huisstalboerderij wordt gesplitst in twee woningen, met dien verstande dat:
-
a. de wijziging past in het gemeentelijk woningbouwprogramma;
-
b. de bedrijfsvoering is beëindigd;
-
c. alle voormalige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, de oppervlakte van de te slopen bebouwing dient minimaal 500 m² te bedragen;
-
d. voor zover de oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen bij de woning meer bedraagt dan 150 m² per woning dient van deze overmaat 100% te worden gesloopt;
-
e. de milieuvergunning is ingetrokken;
-
f. de wijziging niet leidt tot nieuwe belemmeringen van in de omgeving gelegen (agrarische) bedrijven;
-
g. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
-
h. voldaan wordt aan de vereisten uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder (zie ook artikel 42.1 en artikel 45.1);
-
i. met die verstande dat blijkt dat externe veiligheid (inclusief verantwoording) geen beletsel of beperking vormt;
-
j. de bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het complex moeten behouden blijven, de woningsplitsing dient daarom inpandig plaats te vinden;
-
k. de inhoud van het hoofdgebouw (de huisstalboerderij) bedraagt meer dan 900 m³;
-
l. de inhoud van het hoofdgebouw (de huisstalboerderij) niet wordt vergroot, behoudens het gestelde in artikel 27 Wonen;
-
m. de regels van artikel 27 Wonen verder van toepassing worden verklaard.
4.8.3 Wijzigen vorm of omvang bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen het bouwvlak in de bestemming Agrarisch - Agrarisch
Bedrijf wijzigen in vorm of omvang, ten behoeve van:
-
a. de vormverandering en/of vergroting van het bouwvlak;
met dien verstande dat:
-
1. de wijziging, in geval van vergroting van de agrarische bedrijfskavel, nodig is in verband met de noodzakelijke uitbreiding van het aangrenzend agrarische bedrijf;
-
2. de uitbreiding zodanig is dat de totale oppervlakte van de agrarische bouwkavel niet meer dan 3 ha bedraagt;
-
3. tevens een uitbreiding van 1,5 ha is toegestaan voorzover de (gekoppelde) uitbreiding betreft gronden die de aanduiding 'geen gebouwen toegestaan' krijgen;
-
4. het een volwaardig agrarisch bedrijf betreft;
-
5. de wijziging nodig is in verband met bedrijfseconomische dan wel andere zwaarwegende bedrijfsomstandigheden;
-
6. de wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel landschappelijke waarden;
-
7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - open gebied / akkercomplexen' tenzij de openheid niet onevenredig wordt aangetast;
-
8. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde – Gebied met kwetsbaar relief' met uitzondering van de randen aansluitend aan de reeds bestaande bebouwing;
-
9. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Beekdallandschap' mag de afstand tussen het agrarisch bedrijf en de beek niet onevenredig worden verkleind;
-
10. vormverandering en vergroting zijn niet toegestaan binnen de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - schans';
-
11. voor zover van toepassing reëel zicht is op het verkrijgen van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet;
-
12. op grond van het bepaalde in artikel 46 inzicht wordt geboden in de bedrijfsontwikkeling en de effecten hiervan op de omgeving en de wijze waarop een verbetering van de omgevingskwaliteit wordt nagestreefd (tegenprestatie voor eventuele negatieve effecten van de ingreep), met als doel de omgevingskwaliteit en de bedrijfsontwikkeling in onderlinge samenhang te kunnen realiseren;
-
13. de milieuhygiënische uitvoerbaarheid is gewaarborgd;
-
14. het woon- en leefmilieu niet onevenredig wordt aangetast;
-
15. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht en een positief advies van het watertoetsloket is verkregen;
-
16. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit is gebleken dat de bodem geschikt is voor het nieuwe gebruik;
-
17. de regels ten aanzien van archeologische waarden zoals opgenomen in artikel 32, 33 en 34 in acht worden genomen;
-
18. een planschadeverhaalsovereenkomst met de gemeente is aangegaan;
-
19. de regels in artikel 4 in acht worden genomen;
-
20. bij overschrijding van de oppervlakte tot meer dan 1,5 ha een positief advies wordt verkregen van de regionale kwaliteitscommissie;
-
21. voor de uitbreiding van glastuinbouw daarbij het volgende geldt:
- de uitbreiding mag niet zijn gelegen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie';
- de uitbreiding mag maximaal 1,5 ha bedragen, met dien verstande dat uitbreiding tot 3 ha mogelijk is indien de noodzaak wordt aangetoond en geen aantasting plaatsvindt van bestaande landschapswaarden.