Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Breijbaan 15
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0988.BPBreijbaan15-VA01

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. het aanbrengen en in stand houden van landschapselementen;
b. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
 
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals doorgangen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemeen
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van erfafscheiding.
 
4.2.2 Bouwregels erfafscheidingen
Voor erfafscheidingen gelden de volgende bepalingen:
a. de erfafscheiding mag uitsluitend in de vorm van een open constructie worden opgericht;
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.3.1 Strijdig gebruik
In aanvulling op het bepaalde van artikel 12 wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
a. voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
b. het aanbrengen van verhardingen, anders dan het vervangen van de bestaande verharding.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden

4.4.1 Omgevingsvergunningplicht
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de in het schema onder 4.4.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
 
4.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht
Het onder 4.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning/omgevingsvergunning is verleend;
b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
c. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
 
4.4.3 Toetsing aan aanwezige waarden
De in 4.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 4.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 4.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
 
4.4.4 Schema omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden
Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden
Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning
het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen
- de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn;
- de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
het verwijderen van houtopstanden
- het verwijderen moet noodzakelijk zijn;
- het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van het landschapselement;
het aanbrengen van ondergrondse leidingen
- er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van het landschapselement;