ARTIKEL 10. |
Algemene aanduidingsregels |
||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
10.1. |
Vrijwaringszone - straalpad |
||||||
|
|||||||
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse
van de aanduiding ‘vrijwaringszone - straalpad'
de volgende regels: |
|||||||
a. |
ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone -
straalpad’ zijn gebouwen en bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, ten dienste van de
straalverbinding toegestaan; |
||||||
b. |
ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone -
straalpad’ mag de bouwhoogte maximaal 70 m
bedragen; |
||||||
c. |
ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone -
straalpad’ is het verboden: |
||||||
|
- |
(hoogopgaande) boomgewassen of beplantingen aan
te brengen; |
|||||
|
- |
materialen of stoffen die onder bepaalde
omstandigheden gevaar van brand of explosie
kunnen opleveren op te slaan; |
|||||
|
- |
een evenemententerrein aan
te leggen. |
|||||
|
|
|
|
|
|||
|
|
||||||
10.2. |
Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen |
||||||
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse
van de aanduiding ‘veiligheidszone – vervoer
gevaarlijke stoffen' de volgende regels: |
|||||||
|
ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone -
vervoer gevaarlijke stoffen’ mag geen bebouwing
worden geprojecteerd, zodat binnen de
groepsrisicocontour van brandbare vloeistoffen
geen (beperkt) kwetsbare objecten kunnen komen. |
||||||
|
|
||||||