ARTIKEL

7.

Waarde - Cultuurhistorie

 

 

7.1.

Bestemmingsomschrijving.

 

 

De voor ‘Waarde – Cultuurhistorie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het dorpsgezicht.

 

 

 

 

 

 

7.2.

Bouwregels.

 

 

 

Op de gronden aangewezen als beschermd stads- en dorpsgezicht mag uitsluitend nieuwe dan wel vervangende nieuwbouw worden opgericht, mits overeenkomstig dan wel aansluitend op de ten tijde van de tervisieligging van het ontwerp van dit plan bestaande:

a.

rooilijnen;

b.

(minimale en maximale) goothoogte van gebouwen, de hoogte van gebouwen en de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde;

c.

gevelindeling van gebouwen;

d.

voorgevelbreedte van gebouwen;

e.

dakhelling van gebouwen.

 

 

 

 

7.3.

Nadere eisen.

 

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan (ver)nieuwbouwplannen gelegen in een gemeentelijk stads- en dorpsgezicht en aan (ver)nieuwbouwplannen gelegen in de directe omgeving van bouwwerken, die zijn aangeduid als gemeentelijk dan wel rijksmonument, met dien verstande, dat kan worden geëist, dat hoogtematen, dieptemaat, breedtemaat, gevelindeling en kapvorm van de (ver)nieuwbouwplannen afgestemd zijn op de historische karakteristiek van het gemeentelijk stads- en dorpsgezicht dan wel deze monumenten.